8

Dagen werden weken in de school, afgesneden van de buitenwereld. Jason werd bijna trots op zijn vaardigheid om met de dood om te gaan. Hij herkende alle dieren en planten in de kleuterzaal en werd bevorderd tot een trainer waar de beesten onhandige aanvallen op hem deden. Zijn ploffer schoot de aanvallers de een na de ander met saaie regelmaat neer. De eeuwige dagelijkse lessen begonnen ook stierlijk te vervelen. Hoewel de zwaartekracht hem nog steeds neerdrukte, waren zijn spieren al aardig aangepast.

Na de dagelijkse lessen viel hij niet langer onmiddellijk in bed. Alleen werden de nachtmerries erger. Hij had het er tenslotte met Brucco over gehad, die een slaapmiddel had gemaakt dat het meeste van hun effect wegnam. De dromen waren er nog steeds, maar Jason was ze zich slechts vaag bewust bij het ontwaken.

Tegen de tijd dat Jason de werking van alle apparaatjes die de Pyrranen in leven hielden beheerste, werd hij bevorderd tot een meer levensechte trainer, die nog maar een haartje van het echte verschilde. Het verschil bestond alleen in kwaliteit. Het gif van de insekten veroorzaakte zwellingen en pijn, in plaats van een onmiddellijke dood. Dieren konden kneuzingen veroorzaken en vlees wegscheuren, maar begonnen niet aan het aftrekken van ledematen. Je kon niet gedood worden in deze trainer, maar wel bijna.

Jason wandelde door deze grote en ruime wildernis met de rest van de vijfjarigen. Er was iets grappigs, maar toch ook iets droevigs aan hun onkinderlijke grimmigheid. Hoewel zij misschien nog wel eens lachten in hun slaapzalen, zij wisten dat er buiten niets te lachen viel. In leven blijven was voor hen vast verbonden met maatschappelijk aanvaard worden en gevraagd zijn. Wat dat betreft was Pyrrus een eenvoudige zwart-wit-maatschappij. Om je waarde aan jezelf en de wereld te bewijzen, moest je alleen maar in leven blijven. Dit was van groot belang voor het overleven van het ras, maar had nogal belachelijke invloeden op de individuele persoonlijkheid. Kinderen werden gemaakt tot eenvormige afmakers, altijd klaar om te doden. Sommige kinderen mochten de buitenwereld in en andere namen hun plaats in. Jason sloeg dit proces een tijdje gade, totdat hij door kreeg dat iedereen van de groep waarmee hij was begonnen, al verdwenen was. Diezelfde dag ging hij naar het hoofd van het aanpassingscentrum.

‘Brucco,’ vroeg Jason, ‘hoe lang denk je me nog in deze kleuterschietschool te houden?’

‘Je wordt hier niet ‘gehouden’,’ zei Brucco op z’n gewone geërgerde toon. ‘Je zult hier blijven tot je klaar bent om naar buiten te gaan.’

‘Wat, ben ik bang, nooit zal gebeuren. Ik kan nu al die vervloekte machientjes van jou in het donker uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. Ik ben akelig precies met dit kanon. Op dit moment zou ik, als het moest, een boek kunnen schrijven over de Complete Flora en Fauna van Pyrrus, en Hoe je Die Afmaakt. Misschien ben ik niet zo goed als mijn zes jaar oude vriendjes. Maar ik heb het gevoel dat ik het nooit beter zal doen dan nu. Is dat waar?’

Brucco probeerde dit op een onhandige manier te ontwijken, wat niet lukte. ‘Ik denk, dat wil zeggen, je weet dat je hier niet geboren bent, en —’

‘Kom, kom’, zei Jason met een lachje. ‘Een eerlijke ouwe Pyrraan als jij moet niet proberen te liegen tegen eentje van de zwakkere rassen die zich daarin specialiseren. Vanzelfsprekend zal ik altijd traag zijn met die zwaartekracht, en ook m’n andere aangeboren handicaps blijven. Dat geef ik toe. Maar daar hebben we het nu niet over. De vraag is, zal ik nog beter worden door meer training, of heb ik het hoogtepunt van mijn ontwikkeling nu bereikt?’

Brucco zweette. ‘Na verloop van tijd zul je nog beter worden, natuurlijk —’

‘Sluwe vos!’ Jason schudde zijn vinger tegen hem. ‘Ja of nee, nou. Zal ik nu beter worden door nu meer te trainen?’

‘Nee,’ zei Brucco en keek nog steeds erg moeilijk. Jason schatte hem als een hand met kaarten.

‘Laten we daar nou eens over denken. Ik zal niet beter worden, en toch zit ik nog steeds hier. Dat is niet toevallig. Je moet dus wel van iemand opdracht gekregen hebben om me hier te houden. En uit wat ik gezien heb van deze planeet, heel weinig, toegegeven, zou ik concluderen dat Kerk jou bevel heeft gegeven me hier te houden? Klopt dat?’

‘Hij deed het voor je eigen bestwil,’ legde Brucco uit. ‘Om te proberen je in leven te houden.’

‘Daar hebben we de waarheid,’ zei Jason. ‘Laten we die dus maar vergeten. Ik ben hier niet gekomen om robots te schieten samen met jullie kroost. Dus wees zo vriendelijk om me de buitendeur te wijzen. Of is er eerst nog een eindexamenceremonie? Toespraken, het overhandigen van schoolmedailles, sabels boven het hoofd —’

‘Niets van dat alles,’ snauwde Brucco. ‘Ik begrijp niet hoe een volwassen man als jij altijd zulke nonsens kan praten. Zo is het natuurlijk helemaal niet. Alleen wat sluitwerk, in de gedeeltelijke-overlevingskamer. Dat is een ruimte die in verbinding staat met buiten — eigenlijk is het een deel van buiten — alleen zijn de meest woeste levensvormen weggelaten. En zelfs lukt het soms die nog om erbinnen te komen.’

‘Wanneer ga ik?’ vuurde Jason af.

‘Morgenochtend. Probeer eerst een nacht goed te slapen. Je zult het nodig hebben.’

Er was één klein beetje ceremonie bij het eindexamen. Toen Jason die morgen in het kantoor kwam, schoof Brucco een zware patroonhouder over de tafel.

‘Dit zijn echte patronen,’ zei hij. ‘Ik ben er zeker van dat je ze nodig zult hebben. In het vervolg je pistool altijd geladen dragen.’

Zij kwamen bij een zware luchtsluis, de enige gesloten deur die Jason in het instituut gezien had. Terwijl Brucco hem opendraaide en de grendels eraf gooide, kwam er een acht jaar oude jongen met een nuchter gezicht en een been in verband aanhinken.

‘Dit is Grif,’ zei Brucco. ‘Hij zal van nu af aan bij je blijven, waar je ook heen gaat.’

‘Mijn privé-lijfwacht?’ vroeg Jason, en keek omlaag naar het stevige kind dat nauwelijks tot zijn borst kwam.

‘Zo zou je het kunnen noemen.’ Brucco zwaaide de deur open. ‘Grif heeft het met een zaagvogel aan de stok gehad, daarom is hij ’n tijdje niet in staat om echt werk te doen. Je hebt zelf toegegeven dat je nooit zo goed zou worden als een geboren Pyrraan, dus wees maar blij met een beetje bescherming.’

‘Die Brucco toch, altijd goed voor een vriendelijk woordje,’ zei Jason. Hij boog naar voren en schudde de hand van de jongen. Zelfs de achtjarigen hadden een ijzeren hand. De twee gingen de luchtsluis in en Brucco zwaaide de binnendeur achter hen dicht. Meteen nadat die verzegeld was ging de buitendeur open.

Hij was nog maar gedeeltelijk open toen Grifs revolver twee keer afging. Toen stapten zij naar buiten op de bodem van Pyrrus, over het walmende lichaam van een van zijn dieren heen. Heel symbolisch, dacht Jason. Hij werd ook gehinderd door het besef dat hij er niet alleen niet aan gedacht had uit te kijken naar iets dat binnen kon komen, maar dat hij het beest ook niet kon identificeren aan de verkoolde resten. Op zijn hoede keek hij om zich heen, en hoopte dat hij in staat zou zijn de volgende keer het eerst te schieten.

Dit bleek een onvervulde hoop. De paar beesten die ze tegenkwamen werden steeds het eerst gezien door de jongen. Na een uurtje was Jason zo geïrriteerd dat hij een kwaadaardig uitziende doornplant aan flenters schoot. Hij hoopte dat Grif er niet te nauw naar zou kijken. Natuurlijk deed de jongen dat wel.

‘Die plant was niet dichtbij. Het is stom om je goeie munitie te verspillen aan een plant,’ zei Grif.

Er waren die dag geen echte moeilijkheden. Jason was tenslotte danig verveeld, hoewel hij drijfnat was van de aanhoudende regenbuien. Als Grif al in staat was om een gesprek te voeren, liet hij het niet merken. Al Jasons pogingen waren vergeefs. De volgende dag ging op dezelfde manier voorbij. Op de derde dag verscheen Brucco en bekeek Jason zorgvuldig van onder tot boven.

‘Ik vind het niet prettig om te zeggen, maar ik geloof dat je nu zo klaar bent om te vertrekken als je ooit zult zijn. Verwissel de virusfilter-neusdopjes iedere dag. Controleer altijd je laarzen en je metalen kleren op scheuren. Medidoos iedere week bijvullen.’

‘En m’n neus snuiten en m’n overschoenen dragen. Nog meer?’ vroeg Jason.

Brucco wilde iets zeggen, maar slikte het in. ‘Niets dat je al niet heel goed behoort te weten, zo langzamerhand. Wees op je hoede. En veel geluk’. Hij deed zijn woorden vergezeld gaan van een krachtige handdruk die volkomen onverwacht was. Zodra Jasons pijnlijke hand weer normaal was, gingen hij en Grif weg door de grote toegangssluis.

Загрузка...