10

Ze liepen in een ijzige stilte naar beneden. Op straat schoot Meta een steekvleugel neer, die hen onmogelijk aangevallen kon hebben. Er was een boosaardig plezier bij de daad. Jason besloot haar niet te berispen over het verspillen van munitie. Liever de vogel dan hij.

Er waren lege kamers in een van de computergebouwen. Deze waren volkomen beveiligd, om loslopend gedierte uit de kwetsbare machinerieën te houden. Terwijl Meta een matras haalde uit een van de magazijnen, sleepte Jason met grote moeite een bureau, een tafel en stoelen aan uit een naburig leeg kantoor. Toen ze terugkwam met een opblaasbed ging hij er meteen op liggen met een dankbare zucht. Haar mond krulde een beetje vanwege zijn duidelijke zwakte.

‘Wen maar gauw aan dit beeld,’ zei hij. ‘Ik ben van plan zo veel mogelijk in horizontale positie te doen, en jij bent mijn sterke rechterhand. En nu, Rechterhand, zou ik graag willen dat je iets eetbaars voor me opscharrelde. Ik ben ook van plan mijn voedsel zo veel mogelijk in de eerder genoemde positie te nuttigen.’

Snuivend van verachting stampte Meta naar buiten. Terwijl ze weg was kauwde Jason in gedachten op het uiteinde van een pen en maakte toen voorzichtig een paar aantekeningen. Nadat zij het bijna smakeloze voedsel opgegeten hadden, begon hij het onderzoek.

‘Meta,waar kan ik het historisch archief van Pyrrus vinden? Het geeft niet wat voor informatie over de eerste jaren van de pioniers op deze planeet.’

‘Daar heb ik nog nooit van gehoord. Ik zou niet weten . ..’

‘Maar er moet iets zijn, ergens,’ hield hij vol. ‘Ook al besteedt jullie huidige cultuur al haar tijd en energie aan overleven. Je kunt erop rekenen dat dat niet altijd zo geweest is. De hele tijd van de ontwikkeling maakten de mensen aantekeningen en hielden ze staten bij. Waar vinden we die? Hebben jullie een bibliotheek hier?’

‘Natuurlijk,’ zei ze. ‘We hebben een buitengewoon goede technische bibliotheek. Maar ik weet zeker dat daar niets van dat soort dingen te vinden is.’

Jason probeerde niet te kreunen en stond op. ‘Laat mij dat maar beoordelen, wijs jij me de weg maar.’

De bibliotheek werkte volautomatisch. Een geprojecteerde index gaf het volgnummer voor iedere tekst die nageslagen moest worden. De band werd afgeleverd op het uitleenbureau binnen dertig seconden nadat het nummer geponst was. Teruggebrachte bandjes werden op een jacobsladder gegooid en automatisch weer op hun plaats gezet. Het mechanisme werkte gesmeerd.

‘Fantastisch,’ zei Jason, terwijl hij bij de index vandaan schoof. ‘Een eerbewijs aan technisch vernuft. Alleen zit er niets van waarde voor ons in. Het zijn alleen maar rekken vol leerspoelen.’

‘Wat zou er anders nog in een bibliotheek moeten zijn?’ vroeg Meta oprecht verwonderd.

Jason wilde het haar uitleggen, maar bedacht zich. ‘Daar zullen we het later nog wel eens over hebben,’ zei hij. ‘Veel later. Nu moeten we een beginnetje vinden. Is het mogelijk dat er een paar bandjes zijn, of misschien wel gedrukte boeken, die niet in deze machine geregistreerd zijn?’

‘Het lijkt onwaarschijnlijk, maar we kunnen het Poli vragen. Hij woont hier ergens en heeft de leiding over de bibliotheek. Hij registreert nieuwe boeken en verzorgt de machine.’

De enige deur die toegang gaf tot de rest van het gebouw was gesloten, en geen bonzen was voldoende om de oppasser te wekken.

‘Als hij nog leeft, moet dit wel werken,’ zei Jason. Hij drukte op de buitendienst-knop op het controlepaneel. Het had het gewenste effect. Binnen vijf minuten ging de deur open en sleepte Poli zich naar buiten.

De dood kwam meestal snel op Pyrrus. Als de verwondingen een man traag maakten, deden de altijd klaarstaande krachten van vernietiging gauw de rest. Poli was een uitzondering op deze regel. Wat hem ook aangevallen mocht hebben, het had zijn werk goed gedaan. Het grootste deel van zijn onderkaak was verdwenen. Zijn linkerarm was lam en onbruikbaar. De schade aan zijn lichaam en benen liet hem ternauwernood de mogelijkheid om van de ene plaats naar de andere te strompelen.

Niettemin had hij nog een goede arm en ook zijn beide ogen. Hij kon in de bibliotheek werken en een gezonde man vervangen. Hoe lang hij de nutteloze klomp lichaam al door het gebouw rondsleepte, wist niemand. Ondanks de pijn die zijn roodomrande vochtige ogen vulde, was hij blijven leven, werd hij ouder, ouder dan welke Pyrraan Jason ook maar had gezien. Hij strompelde naar voren en zette de alarmbel die hem geroepen had af.

Toen Jason het begon uit te leggen, luisterde de oude niet. Pas toen de bibliothecaris een hoorapparaatje uit zijn jas te voorschijn had gehaald, begreep Jason dat hij ook nog doof was. Jason legde opnieuw uit waar hij naar zocht. Poli knikte en schreef zijn antwoord op een blocnote. Er zijn een heleboel boeken in de magazijnen beneden. Het grootste deel van het gebouw werd in beslag genomen door het automatische archief en sorteerapparaat. Langzaam bewogen ze langs de batterijen machines achter de kreupele bibliothecaris aan naar een gesloten deur in de achterkant. Hij wees ernaar. Terwijl Jason en Meta uit alle macht probeerden de vastgeroeste deur open te krijgen, schreef hij weer iets op zijn blok.

Jaren niet open geweest. Ratten.

Jasons en Meta’s revolver kwamen als bij reflex in hun handen toen zij het lazen. Jason slaagde er in zijn eentje in de deur open te krijgen. De twee geboren Pyrranen stonden met hun gezicht naar het open gat. Het was maar goed dat zij dat deden. Jason had het nooit in zijn eentje klaargespeeld tegen wat er door die deur kwam. Hij maakte hem zelfs niet helemaal alleen open. De geluiden die ze op de deur hadden gemaakt moesten al het gespuis onder het gebouw hebben aangetrokken. Jason had de laatste grendel weggeduwd en begon aan de kruk te trekken — toen de deur van de andere kant werd opengeduwd.

Open de poort naar de hel en kijk eens wat eruit komt. Meta en Poli stonden schouder aan schouder in de walgelijke massa te vuren, die door de deur naar buiten stroomde. Jason sprong aan de kant en maaide de beesten neer die zijn kant op kwamen. De vernietiging leek eeuwig door te gaan. Minuten gingen voorbij voordat het laatste geklauwde beest zijn eind had gevonden. Meta en Poli wachtten of er nog meer kwam; zij waren opgewonden en verheugd over deze kans om ze te vernietigen. Jason voelde zich een beetje misselijk na de stille, woeste aanval. Een woestheid die de Pyrranen beantwoordden. Hij zag een haal op Meta’s gezicht waar een van de beesten haar geraakt had. Zij leek het niet te merken. Jason haalde zijn medidoosje te voorschijn en liep om de stapel krengen heen. In het midden bewoog er iets en krakend ploegde er een schot doorheen. Toen was hij bij het meisje en drukte de analysatorsonden tegen de wond. De machine klikte en Meta maakte een sprongetje toen de tegengifnaald toestak. Voor het eerst merkte zij wat Jason deed.

‘Dank je, ik had het niet gemerkt,’ zei ze. ‘Er waren er zoveel, en ze kwamen er zo vlug uit.’

Poli had een sterke batterijlamp en als bij stilzwijgende afspraak droeg Jason die. Kreupel als hij was, de oude man was nog steeds een Pyrraan wanneer het erom ging een pistool vast te houden. Langzaam zochten ze hun weg langs de met afval beladen trap.

‘Wat een stank!’ zei Jason met een vies gezicht. ‘Zonder die filterdopjes in mijn neus, denk ik dat alleen de stank al te veel voor me zou zijn.’

Er schoot iets tot binnen de lichtstraal en een schot maakte er midden in de lucht een eind aan. De ratten waren hier een hele tijd geweest en stelden hun komst niet op prijs. Aan de voet van de trap keken zij rond. Er waren boeken en bandjes geweest. Zij waren systematisch opgevreten en vernietigd gedurende tientallen jaren.

‘Dat mag ik graag zien, zoals je op je ouwe boeken past,’ zei Jason vol afschuw. ‘Help me eraan herinneren er geen een aan je uit te lenen.’

‘Zij hadden van geen enkel belang kunnen zijn,’ zei Meta koel, ‘of ze zouden wel netjes in de bibliotheek boven opgeborgen zijn.’

Jason wandelde somber door de kamers. Er was niets van waarde overgebleven. Stukken en brokken beschreven en gedrukt papier. Nooit genoeg op één plaats om de moeite van het bij elkaar zoeken waard te zijn. Met de punt van zijn gepantserde laars trapte hij kwaad tegen een hoop rommel, bereid het op te geven. Er was een glinstering van roestig metaal onder het vuil.

‘Hou dit vast!’ Hij gaf de lamp aan Meta en, het gevaar voor een ogenblik vergetend, begon hij de troep opzij te krabben. Een platte metalen doos met een nummerslot werd blootgelegd.

‘Kijk nou, een logboekdoos,’ zei Meta verrast.

‘Dat dacht ik ook,’ zei Jason. ‘En als dat zo is hebben we misschien toch nog geluk gehad.’

Загрузка...