Het gebouw waarvoor zij stopten lag in een van de betere wijken van Cassylia. Onder het rijden had Jason het geld geteld en zijn deel eraf genomen. Bijna zestien miljoen kredits. Het leek nog steeds een droom. Toen zij voor het gebouw uitstapten, gaf hij de rest aan Kerk.
‘Hier zijn je drie miljard. En denk niet dat het makkelijk was,’ zei hij.
‘Het had beroerder gekund,’ was het enige antwoord.
De stem van een bandje kraakte door de luidspreker boven de deur.
‘Sire Ellus heeft zich voor de nacht teruggetrokken, wilt u alstublieft morgenochtend terugkomen. Alle afspraken worden van te voren gemaakt.
De stem brak af toen Kerk de deur opendrukte.
Hij deed het bijna zonder inspanning, met de vlakke hand. Toen zij naar binnen gingen keek Jason naar de restanten losgescheurd metaal van het slot en verbaasde zich opnieuw over zijn metgezel.
Kracht — meer dan lichamelijke kracht — hij heeft veel van de kracht der elementen. Ik heb het gevoel dat niets hem kan tegenhouden.
Het maakte hem nijdig — en tegelijkertijd fascineerde het hem. Hij wilde niet met de zaak ophouden voordat hij meer had uitgevonden over Kerk en zijn planeet. En over ‘degenen’ die hun leven gegeven hadden voor het geld waarmee hij had gegokt.
Sire Ellus was oud, kaal en kwaad, helemaal niet gewend dat zijn rust verstoord werd. Zijn metgezellen hielden plotseling op toen Kerk het geld op tafel gooide. ‘Wordt het schip al geladen, Ellus? Hier is de verschuldigde som.’
Ellus graaide even alleen maar naar de biljetten voordat hij Kerks vraag kon beantwoorden. ‘Het schip — maar natuurlijk. Wij zijn begonnen met laden toen jij daar opdracht toe gaf en de waarborg deponeerde. U wilt mijn verwarring excuseren; dit is een beetje ongewoon. Wij behandelen transacties van deze grootte nooit contant.’
‘Dat is mijn manier om zaken te doen,’ antwoordde Kerk. ‘Ik heb de waarborgsom geannuleerd, dit is de totale som. Wat zegt u van een ontvangstbewijsje?’ Ellus had het uitgeschreven voordat hij weer bij zijn positieven was. Hij hield het stevig vast terwijl hij onzeker naar de drie miljard keek die voor hem lagen uitgespreid.
‘Wacht — ik kan het nu niet in ontvangst nemen, U moet morgenochtend maar terugkomen op de bank. Op de normale manier van zaken doen,’ besloot Ellus ferm. Kerk boog zich naar voren en trok het papier zachtjes uit Ellus’ hand.
‘Bedankt voor het bewijs,’ zei hij. ‘Ik zal hier morgenochtend niet meer zijn dus is het zo wel voor elkaar. En als je je zorgen maakt over het geld, raad ik je aan om je in verbinding te stellen met al je nachtwakers en bedrijfspolitie. Dan zul je je vast veel veiliger voelen.’
Toen zij weggingen door de vernielde deur, was Ellus als een razende nummers aan het draaien op zijn scherm. Kerk beantwoordde Jasons volgende vraag voordat die hem had kunnen stellen.
‘Ik geloof dat je het prettig zou vinden om dat geld levend uit te kunnen geven, daarom heb ik twee plaatsen geboekt op een interplanetair schip.’ Hij keek op het autoklokje. Het vertrekt over ongeveer twee uur, dus hebben we nog tijd genoeg. Ik heb honger, laten we een restaurant opzoeken. Ik hoop dat je niets in het hotel hebt waar je voor terug moet. Het zou een beetje moeilijk zijn.’
‘Niets dat een kogel waard zou zijn,’ zei Jason. ‘Nou, waar gaan we eten? Ik heb je een paar vragen te stellen.’ Zij cirkelden voorzichtig omlaag naar de transportwegen totdat zij er zeker van waren dat zij niet gevolgd werden.
Kerk parkeerde de auto met zijn neus in een overschaduwde laadhaven, waar zij hem achterlieten.
‘We kunnen altijd een andere auto nemen,’ zei hij, ‘en waarschijnlijk zijn zij deze al op het spoor. We lopen terug naar de vrachtweg, daar heb ik een restaurant gezien toen wij voorbij kwamen.’
Donkere vormen doemden op van de zwaar beladen vrachtwagens op het parkeerterrein. Zij vonden de weg langs de manshoge wielen naar het lawaaierige restaurant. Chauffeurs en vroege arbeiders namen geen notitie van hen toen zij een celletje ergens achteraf ingingen en een maaltijd doorbelden. Kerk hakte een stuk vlees van het plateau voor hem en propte dit opgewekt in zijn mond. ‘Stel je vragen,’ zei hij, ‘ik voel me al een stuk beter.’
‘Wat zit er in dat schip dat je vannacht besteld hebt? Voor wat voor lading heb ik mijn leven op het spel gezet?’
‘Ik dacht dat je je leven op het spel zette voor geld,’ zei Kerk droog. ‘Maar wees gerust, het is voor een goed doel. Die scheepslading betekent het leven van een hele planeet. Geweren, ammunitie, mijnen, explosieven, enzovoort.’
Jason verslikte zich in een mond vol eten. ‘Wapensmokkel! Wat ben je aan het doen, financier je een privé-oorlog? En hoe kun je praten over leven als het gaat over zulk een dodelijke vracht? Probeer me niet wijs te maken dat je er vreedzame bedoelingen mee hebt. Wie ga je vermoorden?’
Het goede humeur van de grote man was grotendeels verdwenen: hij had die grimmige trek op zijn gezicht die Jason zo goed kende.
‘Ja, vreedzaam is het goede woord, want in vrede leven is eigenlijk alles wat we willen. En het is niet wie gaan we vermoorden, maar wat.’
Jason duwde zijn bord weg met een boos gebaar. ‘Je spreekt in raadsels,’ zei hij. ‘Wat je zegt heeft geen betekenis.’
‘Betekenis genoeg,’ zei Kerk. ‘Maar slechts op één planeet in het heelal. Hoeveel weet je eigenlijk van Pyrrus?’
‘Helemaal niets.’ Een ogenblik lang zat Kerk in gedachten verzonken met een dreigende blik op zijn gezicht. Toen ging hij verder.
‘De mens hoort niet thuis op Pyrrus — toch is hij er op het ogenblik al bijna driehonderd jaar. De gemiddelde levensduur van mijn volk is zestien jaar. Natuurlijk worden de meeste volwassenen ouder, maar de hoge kindersterfte brengt het gemiddelde omlaag.
‘Het is precies wat een door mensen bewoonde wereld niet zou moeten zijn. De zwaartekracht is bijna tweemaal zo groot als op aarde. De temperatuur kan dagelijks wisselen van pool- tot tropentemperatuur. Het klimaat — nou, dat zul je moeten meemaken om het te geloven. Het is niet te vergelijken met welke andere plaats in de melkweg.’
‘Ik ben verschrikkelijk bang,’ zei Jason droog. ‘Wat hebben jullie, metaan- of chloorreacties? Ik ben op dergelijke planeten geweest —’ Kerk sloeg zijn hand met kracht op de tafel. De borden sprongen omhoog en de tafelpoten kraakten. ‘Laboratoriumreacties!’ gromde hij. ‘Ze zien er geweldig uit op een werktafel — maar wat gebeurt er als je een wereld hebt die vol is van deze verbindingen? In een oogwenk wordt alle kracht gebundeld in leuke stabiele verbindinkjes. De atmosfeer mag dan giftig zijn voor iemand die zuurstof ademt, maar op zichzelf genomen is hij even onschadelijk als chauffeursbier.
‘Er is maar één structuur die als atmosfeer van een planeet zuiver vergif is. Meer dan genoeg H2O, het meest algemene oplosmiddel dat er maar bestaat, plus vrije zuurstof om mee —’
‘Water en zuurstof!’ viel Jason in de rede. ‘Je bedoelt de Aarde — of een planeet als Cassylia hier? Dat is belachelijk.’
‘Helemaal niet. Omdat jij geboren bent in dit soort omgeving, aanvaardt je het als juist en vanzelfsprekend. Je staat er niet bij stil dat metalen corroderen, kustlijnen veranderen en stormen de communicatie storen. Dat zijn de normale verschijnselen op zuurstof-waterwerelden. Op Pyrrus bestaan deze omstandigheden tot in de n-de macht. De as van deze planeet helt bijna 42°, zodat er een geweldig verschil in temperatuur is tussen de seizoenen. Dit is een van de hoofdoorzaken van een constant veranderende ijskap. Het weer dat hier uit voortvloeit is op z’n zachtst gezegd opzienbarend.’
‘Als dat alles is,’ zei Jason, ‘begrijp ik niet waarom —’ ‘Dat is niet alles — het is ternauwernood het begin. De open zeeën vervullen de dubbel vernietigende functie van het leveren van waterdamp om het weer aan de gang te houden, en het opbouwen van reusachtige vloedgolven. Samas en Bessos, de twee satellieten van Pyrrus, werken soms samen om de oceanen omhoog te stuwen tot vloedgolven van dertig meter. En tot je één van deze vloedgolven een werkende vulkaan hebt zien bedelven, heb je nog helemaal niets gezien.
‘Het zijn de zware elementen die ons naar Pyrrus gebracht hebben — en die zelfde elementen zorgen ervoor dat de planeet steeds kookt als een vulkaan. Er zijn tenminste dertien supernova’s in de onmiddellijke astronomische nabijheid geweest. Zware elementen zijn te vinden op de meeste van hun planeten, natuurlijk, — evenals atmosferen waar totaal niet geademd kan worden. Mijnbouw en exploitatie op lange termijn kunnen uitsluitend gedaan worden door een kolonie die zichzelf onderhoudt. Dit betekende Pyrrus, waar de radioactieve elementen opgesloten liggen in de planetaire kern, omgeven door een schil van licht. Terwijl dit de atmosfeer schept die de mens nodig heeft, zorgt het ook voor een onophoudelijke vulkanische activiteit, omdat het gesmolten plasma zich de weg baant naar de oppervlakte.’ Voor het eerst was Jason stil; hij probeerde zich voor te stellen hoe het leven eruit zou zien op een planeet die voortdurend met zichzelf in oorlog was.
‘Het mooiste heb ik voor het laatst bewaard,’ zei Kerk met grimmige humor. ‘Nu je enig idee hebt van de omgeving — denk eens aan de soorten levensvormen die het zouden kunnen bevolken. Ik betwijfel of er één soort van buiten is die er een minuut zou leven. De planten en dieren op Pyrrus zijn keihard. Zij vechten tegen hun wereld en tegen elkaar. Honderdduizenden jaren van genetisch uitsorteren hebben dingen voortgebracht die zelfs een elektronisch brein nachtmerries zouden bezorgen. Gepantserd, vergiftig, voorzien van klauwen en slagtanden, dat geeft een beschrijving van alles wat loopt, vliegt of alleen maar zit en groeit. Ooit een plant met tanden gezien — die bijten? Ik geloof niet eens dat je het zou willen. Je zou ervoor op Pyrrus moeten zijn en dat betekent dat je binnen enkele minuten na het verlaten van het schip dood was. Zelfs ik zal een nieuwe cursus moeten volgen voordat ik in staat zal zijn de landingsgebouwen te verlaten. De nooit ophoudende doodsstrijd maakt dat de levensvormen altijd veranderen en elkaar bestrijden. Doodgaan is eenvoudig, maar de manieren waarop het kan gebeuren zijn te talrijk om op te sommen.’
Een ongemakkelijk gevoel drukte zwaar op de brede schouders van Kerk. Nadat hij lang had nagedacht, zag je dat hij een beweging maakte om het af te schudden. Terwijl hij zijn aandacht op zijn eten richtte en de jus van zijn bord veegde, sprak hij een deel van zijn gevoelens uit.
‘Ik veronderstel dat er geen logische reden is waarom wij er blijven en deze oorlog-zonder-eind voeren. Behalve dan dat Pyrrus ons thuis is.’ Het laatste stuk in jus gesopt brood verdween en hij wuifde met de lege vork naar Jason. ‘Wees blij dat jij van een andere wereld bent en het nooit zult hoeven zien.’
‘Dat heb je verkeerd,’ zei Jason zo kalm mogelijk. ‘Ik ga natuurlijk met jou mee terug.’