6

Hierna waren ze steeds samen. Wanneer Meta dienst had, bracht hij haar maaltijden naar de brug en dan praatten zij.

Jason kwam slechts weinig meer te weten over haar wereld, aangezien er bij stilzwijgende overeenkomst niet over werd gesproken. Hij praatte over de vele planeten die hij bezocht had en over de mensen die hij gekend had. Zij was een dankbare luisteraar en de tijd ging snel voorbij. Zij vonden het prettig in eikaars gezelschap te zijn en het was een fantastische reis.

Toen was het afgelopen.

Er waren veertien mensen aan boord van het schip. Toch had Jason er nooit meer dan twee of drie tegelijk gezien. Er was een vaste roulatie van diensten die zij op het schip in acht namen. Als zij geen dienst hadden, bemoeiden de Pyrranen zich slechts op een zelfgenoegzame manier met hun eigen zaken. Alleen toen het schip uit de sprong kwam en de P.A. verzamelen schreeuwde, kwamen zij allemaal bij elkaar.

Kerk gaf bevelen voor de landing en vragen werden heen en weer gesnauwd. Het was allemaal technisch en Jason deed geen moeite om het te volgen. Het was het gedrag van de Pyrranen dat zijn aandacht trok. Zij praatten vlugger nu en handelden sneller. Als soldaten die zich klaarmaakten voor het gevecht.

Hun onderlinge gelijkenis trof Jason voor de eerste maal. Niet dat zij uiterlijk op elkaar leken of dezelfde dingen deden. Het was de manier waarop zij zich bewogen en handelden die de opvallende gelijkenis deed ontstaan. Zij leken grote sluipende katten. Zij liepen snel, gespannen en klaar om te springen, hun ogen stonden geen moment stil. Jason probeerde met Meta te praten na de bijeenkomst, maar zij was bijna een vreemde. Zij antwoordde in lettergrepen en haar ogen gleden weg van de zijne. Hij had eigenlijk niets te zeggen, zodat ze een beweging maakte om weg te gaan. Hij wilde zijn hand uitsteken om haar tegen te houden, maar bedacht zich toen. Er zou een betere gelegenheid komen om te praten.

Kerk was de enige die notitie van hem nam — alleen maar om hem te bevelen naar een versnellingsbank te gaan.

Meta’s landingen waren oneindig veel slechter dan haar starts. In ieder geval toen ze landde op Pyrrus. Er waren plotselinge versnellingsvlagen in iedere richting. Eenmaal was er een vrije val die eindeloos leek. Er waren luide doffe slagen tegen de romp, die het hele frame van het schip deden schudden. Het leek meer op een veldslag dan op een landing en Jason was benieuwd hoeveel daar van waar was. Toen het schip eindelijk landde, merkte Jason het zelfs niet. De constante twee-G voelde aan als vertraging. Alleen het afnemend gedreun van de machines van het schip overtuigde hem ervan dat ze op de grond stonden. Losmaken van de gespen en rechtop gaan zitten was een enorme inspanning.

Twee-G leek toch niet zo erg. In ’t begin dan. Lopen vereiste dezelfde inspanning als het dragen van een man van zijn eigen gewicht op zijn schouders. Toen Jason zijn arm optilde om de deur te ontgrendelen was de arm even zwaar als twee armen. Langzaam schuifelde hij naar de hoofduitgang. Zij waren er allang allemaal, twee mannen rolden transparante cilinders uit een kamer dichtbij. Uit hun klaarblijkelijk gewicht en de manier waarop zij klonken toen zij vielen leidde Jason af dat ze van transparant metaal gemaakt waren. Hij kon werkelijk niet raden waar ze voor waren. Lege cilinders, een meter in doorsnee en langer dan een man. De ene kant helemaal dicht, de andere voorzien van scharnieren en verzegeld. Pas toen Kerk aan een verzegeld wiel draaide en een van de cilinders opende, werd het hem duidelijk.

‘D’r in,’ zei Kerk. ‘Als je erin opgesloten zit, word je het schip uitgedragen.’

‘Nee, dank je wel,’ zei Jason. ‘Ik heb niet bepaald veel behoefte om een spectaculaire landing op je planeet te maken, ingepakt en verzegeld als een worst.’

‘Doe niet zo dwaas,’ was Kerks snauwende antwoord. ‘We gaan er allemaal in die cilinders uit. We zijn te lang weg geweest om ons op de bodem te wagen zonder her-oriëntatie.’

Jason voelde zich een beetje belachelijk toen hij de anderen in de cilinders zag gaan. Hij nam de dichtstbijzijnde, liet zich erin glijden met zijn voeten eerst, en trok het deksel dicht. Toen hij het wiel stevig vastdraaide, perste het dicht tegen een flexibele pakking. Binnen een minuut ging het CO2-gehalte in de gesloten cilinder omhoog en een luchtververser op de bodem kwam zoemend tot leven. Kerk was de laatste. Hij controleerde eerst de pakkingen van alle andere cilinders en drukte in grote haast de breekschakelaar van de luchtsluis open. Toen die begon te draaien sloot hij zichzelf snel in de overblijvende cilinder. Zowel de binnen- als de buitensluizen gingen langzaam open en een vaal licht sijpelde door gordijnen van regen.

De hele zaak leek Jason een anticlimax. Al deze voorbereidingen voor niets. Lange minuten van ongeduld gingen voorbij voordat de heftruck naderde, bestuurd door een Pyrraan. Hij laadde de cilinders op zijn truck alsof er geen levende lading inzat. Jason had het ongeluk om op de bodem van een stapel terecht te komen, zodat hij absoluut niets kon zien toen ze naar buiten reden.

Pas toen de cilinders met hun menselijke inhoud in een kamer met metalen wanden waren gegooid, maakte Jason voor het eerst kennis met een levend wezen van Pyrrus. De heftruckbestuurder zwaaide een zware deur dicht toen er iets naar binnenvloog en tegen de verste wand aan smakte. Jasons aandacht werd aangetrokken door de beweging; hij keek wat het was, toen het precies boven zijn gezicht neerviel.

Niet denkend aan het metaal van de cilinderwand, probeerde hij weg te duiken. Het ondier raakte het doorzichtige metaal en bleef eraan vast zitten. Jason had nu mooi de gelegenheid om het in details te bekijken.

Het was bijna te afschuwelijk om te geloven. Als een brenger-van-de-dood tot de essenties teruggebracht, kaal. Een bek die de kop in tweeën sneed, rijen tanden, gezaagd en puntig. Leerachtige vleugels met klauwen aan het uiteinde, nog langere klauwen aan de ledematen die aan de metalen wand scheurden.

Angst schoot op in Jason, toen hij zag dat de klauwen groeven in het transparante metaal trokken. Waar het speeksel van het ondier neerkwam vlekte en splinterde het metaal onder de aanval van de tanden. Zijn logisch verstand zei hem dat het alleen maar krassen waren in de zware cilinder. Het kon geen kwaad, maar blinde en onredelijke angst deden Jason zover mogelijk wegkruipen. In zichzelf wegkruipen, pogen te ontsnappen.

Pas toen het vliegende onding uiteen begon te vallen, kreeg hij door in wat voor kamer ze lagen. Een mist van stomende vloeistof kwam van alle kanten, en regende neer totdat de cilinders bedekt waren. Na een laatste haal van zijn klauwen, werd het Pyrraanse dier weggevaagd. De vloeistof stroomde weg door de vloer en een tweede en een derde douche volgden.

Terwijl de oplossingen weggepompt werden, vocht Jason om zijn emoties de baas te worden. Hij was verbaasd over zichzelf. Hoe verschrikkelijk het ondier ook geweest mocht zijn, hij kon toch niet begrijpen dat het zoveel angst had kunnen opwekken door de wand van de verzegelde cilinder. Zijn reactie was volkomen buiten verhouding tot de zaak geweest. Zelfs nu het dier vernietigd was en uit het gezicht, kostte het al zijn wilskracht om zijn zenuwen in bedwang te houden en zijn adem weer normaal te krijgen.

Meta liep voorbij, en hij begreep dat het sterilisatieproces afgelopen was. Hij opende zijn eigen cilinder en klom er vermoeid uit. Meta en de anderen waren in de tussentijd verdwenen en alleen een onbekende met een haviksgezicht stond op hem te wachten.

‘Ik ben Brucco van de aanpassingskliniek. Kerk heeft me verteld wie je bent. Het spijt me dat je hier bent. Maar kom mee, ik wil een paar bloedproeven doen.’

‘Nu voel ik me helemaal thuis,’ zei Jason. ‘De echte Pyrraanse gastvrijheid.’ Brucco gromde alleen maar en stapte naar buiten. Jason volgde hem door een lege gang naar een steriel laboratorium.

De dubbele zwaartekracht vermoeide hem, het was een voortdurende druk op de spieren, die al zeer deden. Terwijl Brucco proeven deed met de bloedmonsters, rustte Jason. Hij was bijna weggedoezeld in een pijnlijke slaap, toen Brucco terugkwam met een blad met flessen en injectienaalden.

‘Ongelooflijk,’ zei hij, ‘geen een antilichaam in je serum dat van enig nut zou zijn op deze planeet. Ik heb hier een partijtje antigenen die je zo ziek als een hond zullen maken voor op z’n minst een dag. Trek je overhemd uit.’

‘Heb je dit vaak gedaan?’ vroeg Jason. ‘Ik bedoel, een vreemdeling volpompen en klaarmaken voor de genoegens van jullie wereld?’

Brucco stak een naald in die over het bot scheen te schrapen.

‘Niet zo erg vaak. De laatste keer was jaren geleden. Een stuk of zes onderzoekers van een of ander instituut, die goed wilden betalen voor de gelegenheid om de plaatselijke levensvormen te bestuderen. We hebben geen nee gezegd. We kunnen altijd meer melkweg-valuta gebruiken.’

Jason begon zich al een beetje licht in zijn hoofd te voelen van de injecties. ‘Hoeveel hebben het overleefd?’ mompelde hij slaperig.

‘Eentje, we kregen hem op tijd weg. We hebben ze van tevoren laten betalen natuurlijk.’ Eerst dacht Jason dat de Pyrraan een grapje maakte. Toen herinnerde hij zich dat ze maar heel weinig gevoel voor humor hadden. Als de helft van wat Kerk en Meta hem verteld hadden waar was, was een kans van een op de zes nog niet eens zo slecht. Er stond een bed in de aangrenzende kamer en Brucco hielp hem erheen. Jason voelde zich bedwelmd, waarschijnlijk was hij dat ook. Hij viel in een diepe slaap en droomde angst en haat. In gelijke delen gemengd gleden ze rood en heet over hem heen. Als dit een droom was, wilde hij nooit meer slapen. Als het geen droom was wilde hij sterven. Hij probeerde ertegen te vechten maar hij zonk er alleen maar dieper in weg. Er was geen begin en geen eind aan de angst, en geen enkele manier om te ontsnappen.

Toen zijn bewustzijn terugkeerde, kon Jason zich geen enkel detail van de nachtmerrie herinneren. Alleen de angst was gebleven. Hij was drijfnat van het zweet en alle spieren deden pijn. Het moest de loodzware dosis injecties geweest zijn, besloot hij tenslotte, en de beestachtige zwaartekracht. Dat spoelde echter de smaak van de angst niet uit zijn mond.

Brucco stak zijn hoofd om de deur en bekeek Jason van onder tot boven.

‘Dacht je dat je dood was,’ zei hij. ‘Sliep de hele klok rond. Blijf daar, ik zal wat voor je halen om je op te knappen.’ De opknapper kwam in de vorm van nog een naald en een glas met akelige vloeistof. Het leste zijn dorst, maar maakte hem op een pijnlijke manier bewust van een knagende honger.

‘Eten?’ vroeg Brucco. ‘Dat weet ik wel zeker. Ik heb je stofwisseling versneld zodat je vlugger spieren ontwikkelt.

Enige manier waarop je ooit de zwaartekracht de baas wordt. Geeft je echter flinke honger voor een tijdje.’

Brucco at met hem mee en Jason had de gelegenheid een paar vragen te stellen. ‘Wanneer krijg ik de kans om rond te kijken op jullie opwindende planeet? Tot nu toe is deze reis zo interessant geweest als zitten in de nor.’

‘Kalm aan, geniet van je eten. Zal waarschijnlijk maanden duren voordat je naar buiten kunt. Misschien wel helemaal niet.’

Jason vielde dat zijn onderkaad neerhing en sloot zijn mond met een klap. ‘Zou je mij mogelijkerwijs kunnen vertellen waarom?’

‘Natuurlijk. Je zult dezelfde cursus moeten volgen die onze kinderen volgen. Ze doen er zes jaar over. Toegegeven, dat zijn de zes eerste jaren van hun leven. Dus men zou kunnen denken dat jij, een volwassene, vlugger zou kunnen leren. Maar dan, zij hebben het voordeel dat ze hier geboren zijn. Alles wat ik kan zeggen is, dat je buiten deze gesloten gebouwen zult komen zodra je klaar bent.’

Brucco had zijn maaltijd beëindigd onder het gesprek, en zat met groeiende walging naar Jasons naakte armen te kijken. ‘Het eerste wat we voor je gaan halen is een pistool,’ zei hij. ‘Het maakt me misselijk om iemand zonder pistool te zien.’

Natuurlijk droeg Brucco zijn eigen wapen voortdurend, zelfs binnen de afgesloten gebouwen.

‘Ieder pistool wordt aangepast aan zijn bezitter en zou geen enkel nut hebben voor enig ander,’ zei Brucco. ‘Ik zal je laten zien waarom.’

Hij ging Jason voor naar een arsenaal, volgestouwd met dodelijke wapens. ‘Steek je arm hierin terwijl ik de aanpassingen maak.’

Het was een doosachtige machine met een revolverhandgreep opzij. Jason pakte de greep vast en liet zijn elleboog rusten op de metalen lus. Brucco zette aanwijsnaalden vast die zijn arm raakten, en schreef toen de meterstanden op. Terwijl hij de getallen op zijn lijst aflas, zocht hij de verschillende onderdelen uit dozen en zette toen snel een ploffer met holster in elkaar. Met de holster aan zijn arm gebonden en het pistool in zijn hand, merkte Jason voor het eerst dat deze twee met elkaar verbonden waren door een buigzame kabel. Het wapen paste volmaakt in zijn hand.

‘Dit is het geheim van de bekrachtigde holster,’ zei Brucco, terwijl hij op de buigzame kabel tikte. ‘Het zit volkomen los, terwijl je het wapen gebruikt. Maar als je het terug wilt hebben in je holster’ — Brucco kwam ergens aan en de kabel werd een stijve staaf, die de ploffer uit Jasons hand zweepte en hem in de lucht liet hangen.

‘Nu terug.’ De kabelstaaf snorde en smakte de revolver terug in het holster. ‘Het trekken is natuurlijk het tegenovergestelde hiervan.’

‘Een geweldig dingetje,’ zei Jason. ‘Maar hoe trek ik? Moet ik fluiten of zo en komt de ploffer er dan uit springen?’

‘Nee, het is geen geluidsbediening,’ antwoordde Brucco met een ernstig gezicht. ‘Het is veel nauwkeuriger. Kijk, neem je linkerhand en pak een denkbeeldige kolf beet. Span je vinger om de trekker. Zie je het patroon van je pezen in je rechterpols? Gevoelige activators staan in verbinding met de pezen in je rechterpols. Zij letten op geen enkel patroon behalve op dat wat zegt hand klaar om ploffer te ontvangen. Na een tijdje wordt het mechanisme volkomen automatisch. Als je hem wilt hebben, is hij in je hand. Als je hem niet wilt hebben, is hij in je holster.’

Jason maakte grijpende bewegingen met zijn rechterhand, kromde zijn wijsvinger. Er kwam een plotselinge verpletterende pijn tegen zijn hand en ook een luide brul. De ploffer was in zijn hand — de helft van zijn vingers was gevoelloos — en er kringelde rook uit de loop.

‘Er zitten natuurlijk alleen maar losse flodders in, totdat je het onder de knie hebt. Revolvers zijn altijd geladen. Veiligheid bestaat niet. Kijk maar, de trekker heeft geen bescherming. Op die manier kun je je vinger een klein beetje meer krommen als je trekt, zodat de ploffer afgaat op het moment dat hij je hand raakt.’

Het was zonder enige twijfel het meest dodelijke wapen dat Jason ooit had gebruikt, en tegelijk ook het moeilijkste om mee om te gaan.

Terwijl hij zich te weer stelde tegen de brandende spierpijn die de hoge zwaartekracht veroorzaakte, vocht hij om met het duivelse apparaat te leren werken. Het had de tergende eigenschap om in de holster te verdwijnen juist als hij op het punt stond de trekker over te halen. Nog erger was de neiging om eruit te springen voordat hij helemaal klaar was. De revolver ging naar de plaats waar zijn hand moest zijn. Als de vingers niet op de goede manier waren geplaatst, werden ze opzij geslagen. Jason hield pas op met oefenen toen zijn hand één grote grauwe blauwe plek was.

Volledige beheersing zou mettertijd komen, maar hij kon nu al begrijpen waarom de Pyrranen hun ploffer nooit aflegden. Het zou zoiets zijn als een deel van je lichaam afleggen. De beweging ploffer-holster-hand was te snel voor hem om na te gaan. Het was in ieder geval vlugger dan de zenuwimpuls die de hand de positie ‘revolver vasthouden’ deed aannemen. Het was alsof je de bliksem in je vingertop had. Wijs met je vinger en beng daar is de explosie.

Brucco had Jason alleen gelaten om te oefenen. Toen zijn pijnlijke hand niets meer kon hebben, hield hij op en ging terug, in de richting van zijn eigen verblijf. Terwijl hij de hoek omsloeg zag hij vluchtig een bekende gestalte die zich van hem verwijderde.

‘Meta! wacht even! Ik wil met je praten.’

Zij draaide zich ongeduldig om terwijl hij naar haar toe bewoog, zo snel hij kon onder de dubbele zwaartekracht. Zij leek heel anders dan het meisje, dat hij op het schip gekend had. Zware laarzen reikten tot de knieën, haar figuur ging schuil onder een ruime overall van een of ander metaalachtig weefsel. De smalle taille werd verdikt door een koppel met granaten. Haar uitdrukking zelf was van een koele afstand.

‘Ik heb je gemist,’ zei hij. ‘Ik had er niet bij stil gestaan dat je in dit gebouw was.’ Hij voelde naar haar hand, maar zij trok hem buiten zijn bereik.

‘Wat wil je?’ vroeg zij.

‘Wat ik wil?’ echode hij, met een nauw verholen woede. ‘Ik ben Jason, weet je nog? Wij zijn vrienden. Het is niet verboden dat vrienden met elkaar praten zonder dat ze iets willen.’

‘Wat op het schip gebeurde heeft niets te maken met wat op Pyrrus gebeurt.’ Ze begon ongeduldig te lopen, terwijl zij praatte. ‘Ik ben klaar met mijn heraanpassing en ik moet terug naar mijn werk. Jij blijft hier in de gesloten gebouwen, dus zal ik je niet meer zien.’

‘Waarom blijf je niet bij de andere kinderen, dat bedoel je met die toon. En probeer niet weg te lopen, er zijn een paar dingen die we eerst moeten regelen.’

Jason maakte de fout zijn hand uit te steken om haar vast te houden. Hij wist niet precies wat er daarna gebeurde. Het ene moment stond hij overeind — het volgende lag hij opeens languit op de vloer. Zijn schouder deed gemeen zeer en Meta was verdwenen.

Terwijl hij terug hinkte naar zijn eigen kamer, mompelde hij zachtjes een serie vloeken. Hij liet zich op het keiharde bed vallen en probeerde zich de redenen te herinneren die hem naar hier hadden gevoerd. En hij woog die af tegen de eeuwige marteling van de zwaartekracht, de angstdromen die het veroorzaakte, de werktuiglijke minachting voor iedere buitenstaander die deze mensen hadden. Vlug zette hij de groeiende neiging zichzelf zielig te vinden stop. Naar de maatstaven van Pyrrus was hij inderdaad week en hulpeloos. Als hij wilde dat zij beter over hem zouden denken, zou hij een heleboel moeten veranderen. Toen zonk hij weg in een uitgeputte slaap, die alleen werd verstoord door de gillende angst van zijn dromen.

Загрузка...