TWINTIG

Een van de eerste orders die Cordelia gaf, was dat ze Droesjnakovi weer toewees aan Gregor, vanwege zijn emotionele continuïteit. Dat betekende niet dat ze voortaan het gezelschap van het meisje zou moeten missen, een voorrecht waaraan Cordelia zeer gehecht was geraakt, want nadat Illyan er opnieuw op had aangedrongen, besloot Ara! eindelijk om in de keizerlijke residentie te gaan wonen. Het was een pak van Cordelia’s hart toen Droe en Ko een maand na het Winterfeest gingen trouwen.

Cordelia had aangeboden de rol van bemiddelaar te spelen tussen de twee families. Om een of andere reden hadden Ko en Droe dat allebei haastig afgeslagen, hoewel ze haar omstandig bedankten voor het aanbod. Gezien de verbijsterende valkuilen van de Barrayaraanse sociale omgang dacht Cordelia dat het misschien wel goed was om het over te laten aan de ervaren oudere dame die het stel inhuurde. Cordelia zag Alys Vorpatril vaak, ze kwamen regelmatig bij elkaar op bezoek. De baby heer Ivan was, hoewel niet echt een troost voor Alys, zeker een afleiding bij haar langzame herstel van haar lichamelijke beproevingen. Hij groeide snel, ondanks het feit dat hij een beetje druk was, een trekje waarvan Cordelia na een tijdje besefte dat het werd veroorzaakt doordat Alys hem voortdurend betuttelde. Ivan zou drie of vier broertjes en zusjes moeten hebben, zodat ze haar aandacht onder hen kan verdelen, dacht Cordelia, terwijl ze toekeek hoe Alys hem een boertje liet doen tegen haar schouder en intussen hardop plannen maakte voor zijn onderwijskundige aanloop tot het gevreesde toelatingsexamen van de Keizerlijke Militaire Academie, als hij eenmaal achttien was.

Alys Vorpatril werd afgeleid van haar verbitterde rouw om Padma en het tot in het kleinste detail in kaart brengen van Ivans leven toen ze een blik wierp op een afbeelding van de trouwjurk waar Droe weg van was.

‘Nee, nee, nee!’ riep ze uit, achteruitdeinzend. ‘Al dat kant… Je zou er zo wollig uitzien als een grote ijsbeer. Zijde, schat, golvende zijde tot op de grond, dat is wat jij nodig hebt…’ En weg was ze. Droe, die geen moeder en geen zusters had, had zich als bruid geen deskundiger raadsvrouw kunnen wensen. Uiteindelijk werd de jurk een van de verscheidene cadeaus van vrouwe Vorpatril, zodat ze zeker was van de esthetische perfectie ervan, en een ander was een ‘klein vakantiehuisje’ dat een flink huis aan de oostkust bleek te zijn. Als het zomer werd, zou Droe’s droom van het strand werkelijkheid worden. Cordelia grinnikte, en kocht een nachtjapon en peignoir voor het meisje met voldoende stroken en lagen kant om de meest naar tierelantijnen snakkende ziel te bevredigen.

Aral zorgde voor de zaal: de Rode Zaal van de keizerlijke residentie, en de aangrenzende balzaal met de prachtige ingelegde parketvloer, die tot Cordelia’s enorme opluchting aan de vlammen was ontsnapt. In theorie was dit grootse gebaar nodig om de hoofdpijn te verlichten die Illyan kreeg van de beveiligingsproblemen, aangezien Cordelia en Aral twee van de belangrijkste getuigen zouden zijn. Persoonlijk vond Cordelia de omvorming van de KeiVei tot bruiloftscateringbedrijf een veelbelovende wending.

Aral keek de gastenlijst door en glimlachte. ‘Besef je wel,’ zei hij tegen Cordelia, ‘dat elke klasse vertegenwoordigd is? Een jaar geleden zou deze gebeurtenis hier ondenkbaar zijn geweest. De zoon van de kruidenier en de dochter van de onderofficier. Ze hebben er met bloed voor betaald, maar misschien is volgend jaar een vreedzame prestatie voldoende. Op het gebied van geneeskunde, onderwijs, techniek, ondernemerschap… Zullen we een feest voor bibliothecarissen geven?’

‘Zullen die vreselijke Vor-besjes met wie al Pjotrs vrienden getrouwd zijn niet klagen over overmatige vooruitstrevendheid?’

‘Met Alys Vorpatril achter de organisatie? Ze zouden niet durven.’ Vanaf dat moment werd het evenement alleen maar grootser. Een week van tevoren overwogen Ko en Droe serieus om de benen te nemen uit pure paniek, nadat ze alle zeggenschap over de hele zaak waren kwijtgeraakt aan hun geestdriftige assistenten. Maar de staf van de keizerlijke residentie regelde alles met een gemak dat voortkwam uit ervaring. De eerste huishoudster rende rond, onderwijl kirrend: ‘En dan te bedenken dat ik bang was dat we niets te doen zouden hebben behalve die afschuwelijk vervelende dinertjes voor de generale staf, als de admiraal hier was ingetrokken.’

Eindelijk waren de dag en het uur daar. Er werd een grote cirkel van gekleurde grutten op de vloer van de Rode Zaal gestrooid, met daaromheen een ster met een variabel aantal punten, één voor elke ouder of belangrijke getuige om bij te staan, in dit geval vier. Het Barrayaraanse gebruik wilde dat het paar zichzelf in de echt verbond, door hun trouwbeloften binnen de cirkel te geven, zodat ze geen priester of ambtenaar nodig hadden. Om praktische redenen stond er een souffleur, die heel toepasselijk de Souffleur werd genoemd, buiten de cirkel. Hij las het script voor, zodat de zwakken van geest of van zenuwen hem alleen na hoefden te zeggen. Dit maakte hogere hersenfuncties zoals leren en onthouden overbodig bij het gespannen paar. Het verlies van de motorische coördinatie werd gecompenseerd door een vriend voor elk, die hen naar de cirkel leidde. Het was allemaal reuze praktisch, besloot Cordelia, en bovendien schitterend.

Met een grijns en een zwierig gebaar leverde Aral haar af bij haar toegewezen sterrenpunt, alsof hij een boeket neerzette, en nam zijn eigen plaats in. Vrouwe Vorpatril had erop gestaan dat Cordelia een nieuwe jurk liet maken, een lange soepele van blauw-met-witte stof met rode bloemaccenten, in kleur afgestemd op Arals ultraformele rood-met-blauwe ceremoniële uniform. Droe’s trotse en nerveuze vader droeg ook zijn rood-met-blauwe uniform en stond op zijn eigen sterrenpunt. Vreemd oin te denken aan het leger, dat Cordelia meestal associeerde met totalitaire neigingen, als de voorhoede van maatschappelijke gelijkheid op Barrayar. Het cadeautje van de Cetagandanen, noemde Aral dat; hun invasie had promotie op grond van talent in plaats van afkomst noodzakelijk gemaakt, en de golven van die verandering rolden nog steeds door de Barrayaraanse samenleving. Sergeant Droesjnakovi was een kleinere, tengerder man dan Cordelia had verwacht. Ofwel de genen van Droe’s moeder ofwel hun betere voeding had ervoor gezorgd dat al zijn kinderen hem in lengte voorbij waren geschoten. Alle drie de broers, van de kapitein tot de korporaal, hadden zich vrij kunnen maken van hun militaire verplichtingen om aanwezig te zijn en stonden nu in de grote buitenste kring van andere getuigen, onder wie ook Ko’s opgewonden jongere zusje. Ko’s moeder stond op de laatste punt van de ster, huilend en glimlachend, in een blauwe jurk die zo perfect van kleur was dat Cordelia besloot dat Alys Vorpatril ook haar op een of andere manier had weten te vinden.

Kodelka kwam als eerste binnen, ondersteund door zijn stok met de nieuwe schede en sergeant Bothari. Sergeant Bothari droeg de feestelijkste versie van Pjotrs bruin-met-zilveren livrei en fluisterde behulpzame, vreselijk suggestieve raadgevingen zoals: ‘Als je echt misselijk wordt, luitenant, moet je met je hoofd tussen je knieën gaan zitten.’ Alleen al van de gedachte werd Ko’s gezicht groener en vormde zo een opmerkelijk contrast met zijn rood-met-blauwe uniform, dat vrouwe Vorpatril vast niet zou goedkeuren.

Iedereen keek om. Ooo. Alys Vorpatril had volkomen gelijk gehad over Droe’s jurk. Ze schreed naar binnen, zo verbluffend gracieus als een zeilboot, een lange sierlijke perfectie van vorm en functie, ivoorkleurige zijde, gouden haar, blauwe ogen, witte, blauwe en rode bloemen, zodat je toen ze naast Ko ging staan plotseling besefte hoe lang hij moest zijn. Alys Vorpatril, in het zilvergrijs, liet Droe aan de rand van de cirkel los met een gebaar als van een godin van de jacht die een witte valk loslaat, om op te stijgen en op Ko’s uitgestrekte arm te landen. Ko en Droe legden hun beloften af zonder te stotteren of flauw te vallen, en slaagden erin hun beider gêne te verbergen toen hun gehate voornamen in het openbaar werden genoemd, Clement en Ludmilla. (’Mijn broers noemden me altijd Lud,’ had Droe Cordelia toevertrouwd tijdens de repetitie de dag ervoor. ‘Dat rijmt op tut. En op grut, kut, put, prut en flut.’

‘Voor mij zul je altijd Droe zijn,’ had Ko beloofd.) Als voornaamste getuige verbrak Aral toen de cirkel van grutten met een veeg van zijn laars en liet hen eruit, en de muziek, het dansen, het eten en het drinken begonnen.

Het buffet was ongelooflijk, de muziek levend, en het drinken… volgens de traditie. Na het eerste plechtige glas van de goede wijn die Pjotr had gestuurd, wandelde Cordelia naar Ko en fluisterde een paar woorden over Bètaans onderzoek over de negatieve effecten van alcohol op het seksueel functioneren, waarna hij overstapte op water. ‘Wrede vrouw,’ fluisterde Aral lachend in haar oor. ‘Niet tegenover Droe,’ mompelde ze terug.

Ze werd officieel voorgesteld aan de broers, nu tevens zwagers, die naar haar keken met dat eerbiedige respect waar haar tanden van gingen knarsen. Hoewel haar kaak zich weer enigszins ontspande toen een van de rijmende broers door zijn vader tot stilte werd gemaand om de bruid de gelegenheid te geven een opmerking te maken over handwapens. ‘Stil, Jos,’ zei sergeant Droesjnakovi tegen zijn zoon. ‘Jij hebt nog nooit een zenuwvernietiger gehanteerd in een gevechtssituatie.’ Droe knipperde met haar ogen en glimlachte toen stralend. Cordelia nam de gelegenheid waar om even met Bothari te praten, die ze nog maar zelden zag nu Aral zijn huishouden had gescheiden van dat van Pjotr.

‘Hoe gaat het met Elena, nu ze weer thuis is? Is vrouw Hysopi alweer hersteld van alle gebeurtenissen?’

‘Het gaat goed met ze, mevrouw.’ Bothari boog zijn hoofd en glimlachte bijna. ‘Ik ben er een dag of vijf geleden geweest, toen graaf Pjotr erheen ging om naar zijn paarden te kijken. Elena, eh, kruipt. Als je haar op de grond zet en even de andere kant op kijkt, zit ze ergens anders als je weer kijkt…’ Hij fronste. ‘Ik hoop dat Carla Hysopi goed op haar let.’

‘Ze heeft Elena veilig door Vordarians oorlog geloodst, dus ik vermoed dat ze de kruipfase ook wel aankan. Moedige vrouw. Ze zou in aanmerking moeten komen voor een van die medailles die ze uitreiken.’

Bothari fronste zijn voorhoofd. ‘Ik weet niet of dat haar veel zou zeggen.’

‘Hm. Maar ze weet toch wel dat ze zich tot mij kan wenden voor wat ze ook maar nodig heeft, hoop ik. Wanneer dan ook.’

‘Ja, mevrouw. Maar op het ogenblik rooien we het aardig.’ Een opflakkering van trots, daar, in die vaststelling van toereikendheid. ‘Het is heel stil op Vorkosigan Surleau, in de winter. Schoon. Een goede plek voor een baby.’ Niet zoals de plek waar ik ben opgegroeid, hoorde Cordelia hem bijna denken. ‘Ik wil dat alles waar ze mee te maken krijgt goed is. Zelfs haar papa.’

‘Hoe gaat het met jou?’

‘De nieuwe medicatie is beter. Mijn hoofd voelt in elk geval niet meer aan alsof het vol watten zit. En ik slaap ’s nachts. Verder weet ik niet precies wat het doet.’

Wat het hoorde te doen, blijkbaar; hij leek rustig en kalm, bijna vrij van die griezelige spanning. Hoewel hij nog steeds de eerste in de zaal was die over het buffet keek en vroeg: ‘Is het de bedoeling dat hij op is?’

Gregor kroop in zijn pyjama langs de rand van de culinaire uitstalling, in een poging er onzichtbaar uit te zien en een paar lekkere hapjes te veroveren voordat hij werd gesignaleerd en weer werd meegenomen. Cordelia was als eerste bij hem, voordat er ofwel een onoplettende gast op hem ging staan ofwel hij weer gegrepen zou worden door beveiligingstroepen in de persoon van het ademloze dienstmeisje en de doodsbenauwde lijfwacht, die Droe moesten vervangen. Ze werden gevolgd door een lijkbleke Simon Illyan. Gelukkig voor Illyans hart was Gregor blijkbaar officieel slechts een minuut vermist geweest. Gregor dook weg tussen haar rokken toen de hyperventilerende volwassenen boven hem opdoemden.

Droe, die had gezien dat Illyan zijn comlink gebruikte, bleek werd en in beweging kwam, meldde zich uit pure gewoonte bij hem. ‘Wat is er aan de hand?’

‘Hoe is hij weggekomen?’ beet Illyan Gregors bewakers toe, die iets onverstaanbaars stamelden in de trant van: dacht dat hij sliep, en: heb toch steeds goed opgelet.

‘Hij is niet weg,’ merkte Cordelia bits op. ‘Dit is zijn huis. Hij zou toch op z’n minst hierbinnen rustig rond moeten kunnen lopen, waarom heb je anders al die nutteloze bewakers op de muren staan?’

‘Droesjie, mag ik niet op je partijtje komen?’ vroeg Gregor klaaglijk, en hij keek wanhopig om zich heen op zoek naar een hogere autoriteit dan Illyan.

Droe keek naar Illyan, die afkeurend keek. Cordelia verbrak de patstelling zonder aarzelen. ‘Ja, dat mag je wel.’

Dus danste de keizer, onder toezicht van Cordelia, met de bruid, at drie slagroomgebakjes en werd daarna tevreden naar bed gebracht. Een kwartier was alles wat hij wilde, het arme kind. Het feest ging op volle toeren verder. ‘Mag ik deze dans van u, mevrouw?’ vroeg Aral hoopvol naast haar.

Durfde ze het aan? Ze speelden de ingetogen ritmes van de spiegeldans… Dat kon toch niet misgaan. Ze knikte en Aral dronk de laatste slok uit zijn glas en nam haar mee het glanzende parket op. Stap, schuifeling, gebaar; toen ze zich concentreerde, deed ze een interessante en onverwachte ontdekking. Elk van beide partners kon leiden, en als de dansers alert en snel waren, konden de toeschouwers het verschil niet zien. Ze probeerde wat spontaan gestap en geschuifel uit, en Aral volgde vloeiend. De leidende rol sprong tussen hen heen en weer als een bal en het spel werd steeds boeiender, totdat de muziek ophield en zij buiten adem waren.

De laatste sneeuw van de winter smolt weg uit de straten van Vorbarr Sultana toen kapitein Vaagen vanuit het KeiMil contact opnam met Cordelia.

‘Het is zover, mevrouw. Ik heb alles gedaan wat ik in vitro kan doen. De placenta is tien maanden oud en vertoont duidelijk ouderdomsverschijiiselen. De machine kan niet verder worden opgevoerd om dat te compenseren.’

‘Wanneer dan?’

‘Morgen zou prima zijn.’

Die nacht sliep ze nauwelijks. De volgende ochtend dromden ze allemaal het Keizerlijke Militaire Hospitaal binnen, Aral, Cordelia en graaf Pjotr samen met Bothari. Cordelia was er niet zo zeker van dat ze het prettig vond dat Pjotr erbij was, maar totdat de oude man zo vriendelijk was om dood te vallen, zat ze aan hem vast. Misschien zou nog één beroep op zijn redelijkheid, nog één uiteenzetting van de feiten, nog één poging iets uithalen. Hun onopgeloste vijandschap deed Aral verdriet; ze wilde dat de blaam voor het voeden daarvan dan in elk geval Pjotr trof, niet haarzelf. Gedraag je maar op je slechtst, oude man. Je enige toekomst loopt via mij. Mijn zoon zal jouw brandstapel aansteken. Maar ze was blij om Bothari weer te zien.

Vaagens nieuwe laboratorium besloeg een hele verdieping in het modernste gebouw van het complex. Cordelia had hem uit zijn oude lab laten verhuizen vanwege geesten. Kort na hun terugkeer naar Vorbarr Sultana was ze eens binnengekomen voor een van haar frequente bezoekjes en had ze hem bijna verlamd aangetroffen, niet in staat te werken. Elke keer dat hij de ruimte binnenkwam, had hij gezegd, zag hij de gewelddadige en zinloze dood van dokter Henri weer voor zich. Hij kon niet over de vloer lopen op de plek waar Henri’s lichaam had gelegen, maar moest er in een wijde kring omheen lopen; allerlei geluidjes deden hem opschrikken en maakten hem nerveus. ‘Ik ben een rationeel mens,’ had hij met schorre stem gezegd. ‘Die bijgelovige nonsens zegt me niets.’ Dus had Cordelia hem geholpen met het verbranden van een persoonlijke offergave aan Henri in een komfoor op de vloer van het laboratorium, en had ze de verhuizing ingekleed als een promotie.

Het nieuwe lab was licht en ruim, en het spookte er niet. Cordelia trof er een groep wachtende mannen aan toen Vaagen haar meenam naar binnen: onderzoekers die aan Vaagen waren toegevoegd om de technologie van de baarmoederreplicator te bestuderen en geïnteresseerde niet-militaire artsen voor verloskunde, onder wie dokter Ritter, Miles’ eigen toekomstige kinderarts en zijn chirurgconsulent. Het wisselen van de wacht. Eenvoudige ouders moesten doorzetters zijn om zich een weg naar binnen te banen.

Vaagen was druk in de weer, gelukkig met zijn belangrijke rol. Hij droeg nog steeds het lapje voor zijn oog, maar beloofde Cordelia dat hij nu heel binnenkort de tijd zou nemen voor de laatste chirurgische ingreep, zodat hij er weer mee zou kunnen zien. Een technicus rolde de baarmoederreplicator te voorschijn en Vaagen bleef even staan, alsof hij probeerde te bedenken hoe hij de juiste dramatiek en plechtigheid kon verlenen aan een gebeurtenis waarvan Cordelia wist dat die zeer eenvoudig was. Hij besloot er een technische lezing voor zijn collega’s van te maken; hij vermeldde tot in detail de samenstelling van de hormoonoplossingen terwijl hij ze in de juiste toevoerkanalen injecteerde, verklaarde de cijfers die hij aflas, beschreef de afscheiding van de placenta die in de baarmoeder aan de gang was, de overeenkomsten en verschillen tussen een geboorte uit de kunstmatige en uit een natuurlijke baarmoeder. Er waren een paar verschillen die Vaagen niet noemde. Alys Vorpatril zou dit moeten zien, dacht Cordelia. Vaagen sloeg zijn ogen op, zag dat ze naar hem keek, zweeg even ongemakkelijk en glimlachte toen. ‘Vrouwe Vorkosigan.’ Hij gebaarde naar de sluiting van de replica tor. ‘Wilt u de honneurs waarnemen?’ Ze stak haar hand uit, aarzelde en keek om naar Aral. Daar stond hij, ernstig en aandachtig aan de rand van de groep. ‘Aral?’ Hij kwam naar voren. ‘Weet je het zeker?’

‘Als je een koelbox open kunt maken, kun je dit ook.’ Ze pakten allebei een vergrendeling en brachten ze tegelijk omhoog, waarmee ze het steriele zegel verbraken, en tilden het deksel eraf. Dokter Ritter kwam naar voren met een vibrascalpel, sneed zo voorzichtig door de dikke viltachtige mat van voedingsslangetjes dat het zilverachtige vruchtvlies daaronder niet werd beschadigd, sneed Miles toen los uit zijn laatste stukje biologische verpakking en veegde zijn mond en neus droog, zodat hij voor het eerst verrast kon inademen. Aral, die zijn arm om haar heen had geslagen, drukte haar zo hard tegen zich aan dat het pijn deed. Een gedempt lachje, niet meer dan een zuchtje, kwam van zijn lippen; hij slikte en knipperde met zijn ogen om zijn gelaatstrekken, vol van verrukking en pijn, weer onder controle te krijgen. Welkom, dacht Cordelia. Goede kleur…

Helaas was dat ongeveer het enige dat echt goed was. Het contrast met baby Ivan was overweldigend. Ondanks de extra weken van ontwikkeling, tien maanden tegen de negeneneenhalve van Ivan, was Miles nauwelijks half zo groot als Ivan bij zijn geboorte was geweest, en veel verschrompelder en gerimpelder. Zijn ruggengraat was zichtbaar misvormd, en zijn benen waren opgetrokken en verstijfd in een scherpe kromming. Maar het was duidelijk een mannelijke erfgenaam, daar was geen twijfel over. Zijn eerste kreetje was ijl, zwak, heel anders dan het kwade, hongerige gebrul van Ivan. Achter zich hoorde ze Pjotr teleurgesteld sissen.

‘Heeft hij wel genoeg voeding gekregen?’ vroeg ze aan Vaagen. Het was moeilijk om de beschuldiging uit haar toon te houden. Vaagen haalde hulpeloos zijn schouders op. ‘Alles wat hij op wilde nemen.’

De kinderarts en zijn collega legden Miles onder een verwarmende lamp en begonnen hem te onderzoeken, met Cordelia en Aral aan weerszijden.

‘Deze kromming zal vanzelf wegtrekken, mevrouw,’ zei de kinderarts wijzend. ‘Maar het onderste deel van de ruggengraat moet zo snel mogelijk worden geopereerd om recht te worden gezet. Je had gelijk, Vaagen, de behandeling om de ontwikkeling van de schedel te stimuleren heeft inderdaad de heupgewrichten doen versmelten. Daardoor zitten de benen vast in die vreemde houding, meneer. Hij zal geopereerd moeten worden om die botten los te breken en te draaien voordat hij kan beginnen met kruipen of lopen. Maar ik raad niet aan om dat in het eerste jaar te doen, boven op het werk aan de ruggengraat, laat hem eerst maar eens sterker en zwaarder worden…’ De chirurg, die de armpjes van het baby’tje beproefde, vloekte plotseling en greep zijn diagnostische viewer. Miles jammerde. Arals hand balde zich bij de naad van zijn broek. Cordelia’s maag trok zich samen. ‘Verdomme!’ zei de chirurg. ‘Zijn opperarmbeen is net gebroken. Je hebt gelijk, Vaagen, de botten zijn abnormaal breekbaar.’

‘Hij hééft in elk geval botten,’ zei Vaagen met een zucht. ‘Op een gegeven moment had hij die bijna niet meer.’

‘Wees voorzichtig,’ zei de chirurg, ‘vooral met het hoofd en de ruggengraat. Als de rest net zo slecht is als de lange botten, zullen we een of andere methode van versteviging moeten bedenken…’ Pjotr stampte naar de deur. Aral keek even op, zijn mond versmalde en hij verexcuseerde zich om achter hem aan te gaan. Cordelia verkeerde in tweestrijd, maar toen ze zag dat de dokters bezig waren met het zetten van het bot en zich ervan had overtuigd dat hun nieuwe voorzichtigheid Miles vandaag voor verdere schade zou behoeden, liet ze hen met hun vindingrijke hoofden over hem gebogen staan en volgde Aral.

In de gang beende Pjotr heen en weer. Aral stond op de plaats rust, onbewogen en roerloos. Bothari was een stille getuige op de achtergrond.

Pjotr draaide zich om en zag haar. ‘Jij! Je hebt me beduveld. Noem je dit “grote reparaties”! Ha!’

‘Het zijn grote reparaties. Miles is er ongetwijfeld veel beter aan toe dan hij is geweest. Niemand heeft beloofd dat hij volmaakt zou zijn.’

‘Je hebt gelogen. Vaagen heeft gelogen.’

‘Dat is niet waar,’ zei Cordelia. ‘Ik heb geprobeerd u gedurende het hele proces accuraat verslag te doen van Vaagens experimenten. Wat hij heeft afgeleverd, is zo ongeveer wat we op grond van zijn rapporten konden verwachten. Laat uw oren maar eens nakijken.’

‘Ik heb wel door wat je probeert te doen, en het zal je niet lukken. Ik heb hem net verteld,’ hij wees naar Aral, ‘dat het hier voor mij ophoudt. Ik wil die mutant niet meer zien. Nooit meer. Zolang hij leeft — als hij blijft leven, en ik vind hem er nogal ongezond uitzien — hoef je niet met hem voor mijn deur te staan. Zowaar God mijn getuige is, mens, je zult me niet voor gek zetten.’

‘Dat zou overbodig zijn,’ beet Cordelia hem toe. Pjotrs mond vertrok tot een geluidloze sneer. Nu hij beroofd was van een bereidwillig doelwit, voer hij uit tegen Aral. ‘En jij, jij slap moederskindje, als je oudste broer nog had geleefd…’ Plotseling klemde Pjotr zijn kiezen op elkaar, maar het was te laat. Arals gezicht verbleekte tot een grijze tint die Cordelia pas twee keer eerder had gezien; beide keren was hij er na aan toe geweest om een moord te begaan. Pjotr had grapjes gemaakt over Arals beroemde woede uitbarstingen. Pas nu besefte Cordelia dat Pjotr zijn zoon misschien weleens geïrriteerd had meegemaakt, maar het echte werk nog nooit had gezien. Ook Pjotr leek dit vaag te beseffen. Hij trok zijn wenkbrauwen naar beneden en staarde voor zich uit, uit zijn evenwicht. Arals handen haakten zich in elkaar, achter zijn rug. Cordelia kon ze zien trillen, met witte knokkels. Hij stak zijn kin omhoog en sprak fluisterend.

‘Als mijn broer nog had geleefd, was hij volmaakt geweest. Dat dacht jij, dat dacht ik, dat dacht keizer Joeri ook. Dus na die tijd heb je je altijd moeten behelpen met de restjes van dat bloedige banket, met de zoon die over het hoofd werd gezien door het moordcommando van Joeri de Dwaze. Wij Vorkosigans, wij kunnen ons behelpen.’ Zijn stem werd nog zachter. ‘Maar mijn eerstgeborene zal blijven leven. Ik zal hem niet in de steek laten.’

De ijzige verklaring was een bijna dodelijke snee over de buik, net zo’n fijne kerf als Bothari kon hebben gemaakt met Kodelka’s degenstok, en zeer nauwkeurig geplaatst. En terecht; Pjotr had het niveau van de discussie niet zo laag mogen laten zinken. Zijn adem kwam hortend van ongeloof en pijn.

Arals gelaatsuitdrukking werd in zichzelf gekeerd. ‘Ik zal hem niet wéér in de steek laten,’ corrigeerde hij zichzelf zachtjes. ‘Een tweede kans die u nooit hebt gekregen, meneer.’ Achter zijn rug ontspanden zijn handen zich. Met een rukje van zijn hoofd deed hij Pjotr en alles wat Pjotr zou kunnen zeggen af.

Tweemaal gedwarsboomd en zichtbaar lijdend onder zijn grote vergissing, keek Pjotr om zich heen op zoek naar een mogelijk doelwit om zijn frustratie op uit te leven. Zijn blik viel op Bothari, die met een uitdrukkingsloos gezicht toekeek.

‘En jij. Jij hebt hier van het begin tot het eind aan meegewerkt. Heeft mijn zoon jou als een spion in mijn huishouding uitgezet? Waar liggen je loyaliteiten? Gehoorzaam je mij, of hem?’ Er vlamde een vreemde glans op in Bothari’s ogen. Hij knikte naar Cordelia. ‘Haar.’

Pjotr was zo overdonderd dat het hem een paar seconden kostte om zijn spraakvermogen terug te krijgen. ‘Mooi,’ sputterde hij uiteindelijk. ‘Dan mag ze je hebben. Ik wil je lelijke kop niet meer zien. Vertoon je niet meer in Huize Vorkosigan. Esterhazy zal je voor het vallen van de avond je spullen brengen.’

Hij draaide zich om en beende weg. Zijn grootse aftocht, die toch al zwak was, werd bedorven toen hij over zijn schouder keek voordat hij de hoek om sloeg.

Aral slaakte een zeer vermoeide zucht.

‘Denk je dat hij het deze keer meent?’ vroeg Cordelia. ‘Al dat geroep van nooit meer?’

‘We zullen moeten communiceren over regeringszaken. Dat weet hij. Laat hem maar naar huis gaan en een tijdje naar de stilte luisteren. Dan zien we wel weer.’ Hij glimlachte flauwtjes. ‘Zolang we leven, kunnen we ons niet van elkaar losmaken.’

Ze dacht aan het kind wiens bloed hen nu bond, haar aan Aral, Aral aan Pjotr, en Pjotr aan haarzelf. ‘Daar ziet het wel naar uit.’ Ze keek verontschuldigend naar Bothari. ‘Het spijt me, sergeant. Ik wist niet dat Pjotr een gezworen wapendrager kon ontslaan.’

‘Formeel kan hij dat ook niet,’ verklaarde Aral. ‘Bothari is gewoon aan een andere tak van het huishouden toegevoegd. Aan jou.’ ‘O.’ Precies wat ik altijd al heb gewild, mijn eigen monster. Wat moet ik nu doen, hem in mijn kast opsluiten? Ze wreef over de brug van haar neus en keek toen naar haar hand. De hand die op die van Bothari had gelegen om de degenstok. Dus. ‘Heer Miles zal wel een lijfwacht nodig hebben, hè?’

Aral hield geïnteresseerd zijn hoofd schuin. ‘Dat is waar.’ Bothari keek plotseling zo intens hoopvol dat Cordelia’s adem in haar keel stokte. ‘Een lijfwacht,’ zei hij, ‘en ruggensteun. Geen schorem kan hem iets maken als… Laat me helpen, mevrouw.’ Laat me helpen. Dat rijmt toch op: ik hou van je? ‘Het zou…’ — onmogelijk, krankzinnig, gevaarlijk, onverantwoordelijk — ‘me een genoegen zijn, sergeant.’

Zijn gezicht lichtte op als een fakkel. ‘Kan ik meteen beginnen?’

‘Waarom niet?’

‘Dan wacht ik daarbinnen op u.’ Hij knikte naar het lab van Vaagen. Hij glipte terug door de deur. Cordelia zag voor zich hoe hij waakzaam tegen de muur geleund stond; ze hoopte dat die boosaardige aanwezigheid de dokters niet zo nerveus zou maken dat ze hun broze last zouden laten vallen.

Aral blies zijn adem uit en nam haar in zijn armen. ‘Hebben jullie op Kolonie Bèta ook sprookjes over de cadeautjes van de heks?’

‘Alle goede en kwade feeën zijn wel uitgerukt voor hem, hè?’ Ze leunde tegen de ruwe stof van zijn geüniformeerde schouder. ‘Ik weet niet of Pjotr Bothari als een zegen of een vloek bedoelde. Maar ik denk dat hij inderdaad het schorem wel op een afstand zal houden. Wat dat schorem ook zal blijken te zijn. Het is een vreemde lijst cadeautjes die we ons jochie hebben gegeven voor zijn geboortedag.’ Ze gingen terug naar het lab, luisterden aandachtig naar de rest van de lezing van de dokter over de speciale behoeften en kwetsbaarheden van Miles, maakten afspraken voor de eerste ronde van behandelingen en pakten hem warm in voor de tocht naar huis. Hij was zo klein; een flintertje vlees, lichter dan een kat, voelde Cordelia toen ze hem eindelijk in haar armen nam, voor het eerst huid tegen huid sinds hij uit haar lichaam was gesneden. Ze raakte even in paniek. Leg hem nog maar een jaar of achttien in het vat, ik kan dit niet aan… Het was de vraag of kinderen een zegen waren, maar om ze op de wereld te zetten en daarna in de steek te laten was ongetwijfeld een doodzonde. Zelfs Pjotr wist dat. Aral hield de deur voor hen open.

Welkom op Barrayar, zoon. Daar ben je dan; je krijgt een wereld van rijkdom en armoede, moeizaam bevochten veranderingen en gewortelde geschiedenis. Je hebt een geboorte gehad, twee zelfs. Je hebt een naam. Miles betekent ‘soldaat’, maar laat je daar niet door beïnvloeden. Je bent misvormd in een samenleving die de mutaties die haar grootste kwelling zijn geweest, verafschuwt en vreest. Je zult een titel, rijkdom en macht hebben, en alle haat en afgunst die die zullen opwekken. Je lichaam zal uiteen worden gereten en opnieuw worden opgebouwd. Je zult een reeks vrienden en vijanden erven die je niet zelf hebt gemaakt. Je hebt een grootvader die je dood wil hebben. Ik hoop dat je de pijn verdraagt, vreugde vindt en je eigen betekenis aan het leven geeft, want het universum zal dat niet voor je doen. Blijf altijd bewegen, zodat ze je niet te pakken krijgen. Leef. Leef. Leef.

Загрузка...