19 Een nieuwe overeenkomst

Een doodse stilte heerste in de projectiekamer. Het hoofd van de kleine Meskliniet vulde het scherm, maar niemand kon de uitdrukking op het volkomen onmenselijke “gezicht’ lezen. Niemand wist iets te zeggen; Barlennan vragen wat hij bedoelde was duidelijk zinloos aangezien hij blijkbaar van plan was het te vertellen. Hij wachtte geruime tijd met spreken; en toen hij eindelijk sprak gebruikte hij beter Engels dan zelfs Lackland had geweten dat hij zich eigen had gemaakt.

“Dr. Rosten, enkele ogenblikken geleden zei u dat u ons meer schuldig bent dan u kunt hopen ons ooit terug te betalen. Ik zie in dat uw woorden in een bepaald opzicht volkomen oprecht zijn — ik twijfel geen moment aan uw dankbaarheid — maar in een ander opzicht zijn ze alleen maar rethorisch, U bent niet van plan geweest ons meer te geven dan u reeds was overeengekomen te geven — weerberichten, hulp om op nieuwe zeeën te navigeren, misschien de stoffelijke hulp die Charles enige tijd geleden noemde: het vergaren van specerijen. Ik besef me ten volle dat ik volgens uw morele code geen recht heb op meer; ik ben een overeenkomst aangegaan en hoor mij daaraan te houden, temeer daar u uw deel van de afspraak reeds grotendeels bent nagekomen.

“Maar ik wil meer; en daar ik de mening van tenminste sommige van uw mensen ben gaan waarderen wil ik uitleggen waarom ik dit doe — ik wil mezelf zo mogelijk rechtvaardigen. Maar ik vertel u nu reeds, of ik erin slaag uw sympathie op te wekken of niet, ik zal precies doen wat ik me voorgenomen heb.

“Ik ben koopman, zoals u weet, voornamelijk geïnteresseerd in het ruilen van goederen voor de winst die ik krijgen kan, jullie zagen dit in en boden mij in ruil voor mijn hulp alle materiaal dat jullie konden bedenken; het was uw schuld niet dat ik er niets van kon gebruiken. Uw machines, zei u, konden niet werken bij de zwaartekracht en in de atmosfeer van mijn wereld; uw metalen kan ik niet gebruiken — en al kon ik dat wel, dan zou ik ze nog niet nodig hebben; in vele delen van Mesklin liggen ze vrij voor het oprapen op de bodem. Sommige mensen gebruiken ze als versiering; maar ik weet uit gesprekken met Charles dat ze zonder grote machines, of althans zonder grotere hitte dan wij kunnen produceren, niet tot werkelijk ingewikkelde structuren gevormd kunnen worden. Wij kennen wel het verschijnsel dat jullie vuur noemen, tussen haakjes, en ook in meer hanteerbare vorm dan de vlamwolk; het spijt me dat ik Charles in dat opzicht heb bedrogen, maar op dat moment leek het me het beste.

“Om terug te komen op het onderwerp: ik heb alle dingen die jullie ons hadden willen geven geweigerd, behalve de weerberichten en de navigatiehulp. Ik dacht dat dit bij sommigen van u argwaan zou wekken, maar dat heb ik uit jullie woorden niet kunnen opmaken. Desondanks stemde ik erin toe een langere reis te maken dan ooit in de geschiedenis is opgetekend, met het doel te helpen jullie probleem op te lossen. U had me verteld hoezeer u die informatie nodig heeft; niemand van u scheen te denken dat ik weleens hetzelfde zou kunnen wensen, ofschoon ik daar telkens weer om vroeg wanneer ik een van uw machines zag. Jullie weigerden op die vragen te antwoorden, en gaven elke keer hetzelfde excuus. Ik voelde daarom dat elke manier om iets van jullie kennis te weten te komen gewettigd was. Jullie hebben vaak gesproken over de waarde van wat jullie “wetenschap’ noemen, en steeds werd erbij te kennen gegeven dat mijn volk die niet kende. Ik zie niet waarom iets dat goed en waardevol is voor jullie mensen dat niet ook voor de mijne zou zijn.

“Jullie begrijpen wel waar ik heen wil. Ik begon deze reis met precies hetzelfde doel als jullie; ik ben gekomen om te leren. Ik wil weten wat jullie in staat stelt zulke opmerkelijke daden te verrichten. Jij, Charles, hebt met behulp van die wetenschap een hele winter geleefd op een plaats die jou anders meteen zou hebben gedood; het zou voor mijn mensen misschien wel evenveel verschil kunnen maken, en ik neem aan dat jullie het daarmee eens zijn.

“Daarom bied ik jullie een nieuwe overeenkomst aan. Ik begrijp dat het feit dat ik de vorige niet naar de letter heb nageleefd jullie misschien doet aarzelen om een nieuwe met mij aan te gaan. Dat zou dan jammer zijn; ik aarzel niet op te merken dat jullie niet anders kunnen. Jullie zijn niet hier; jullie kunnen hier niet komen; ik geef toe dat je hier uit nijd wat explosieven kunt laten vallen, maar dat zullen jullie niet doen zolang ik bij de machine ben. De overeenkomst is eenvoudig: kennis voor kennis. Jullie onderwijzen mij of Dondragmer of iemand anders van de bemanning die tijd en aanleg heeft om te leren, gedurende de hele tijd dat wij hier bezig zijn met het demonteren van de raket en met het doorgeven van de informatie die hij bevat.”

“Wacht eens —.”

“Wacht chef.” Lackland viel Rosten in de rede. “Ik ken Barl beter dan jij. Laat mij antwoorden.” Hij en Rosten konden elkaar in hun schermen zien en een ogenblik keek de leider van de expeditie heel grimmig. Toen drong de situatie tot hem door en kalmeerde hij.

“Goed, Charlie, zeg het hem maar.”

“Barl, ik meende verachting in je stem te horen toen je het had over onze excuses dat we je onze machines niet kunnen verklaren. Geloof me, we probeerden je niet voor de gek te houden. Ze zijn ingewikkeld, zo ingewikkeld dat de mensen die ze ontwerpen en construeren eerst bijna hun halve leven besteden aan het leren van de wetten waar ze op gebaseerd zijn, en aan het leren van de kunst om ze te vervaardigen. Het is ook nooit onze bedoeling geweest om de wetenschap van jouw volk te kleineren; het is waar dat wij meer weten, maar dat komt alleen doordat wij meer tijd hebben gehad om te leren.

“Als ik het goed begrijp wil je alles weten van de machines in deze raket terwijl je nem uit elkaar haalt. Barl, geloof me alsjeblieft op mijn woord dat ik de zuivere waarheid spreek: ten eerste zou ik je zelf niets kunnen leren omdat ik van geen van de machines iets begrijp; ten tweede heb je er niets aan als je er iets van begrijpt. Het enige wat ik je kan zeggen is dat het machines zijn voor het meten van dingen die niet kunnen worden gezien of gehoord of gevoeld of geproefd — dingen die je op andere manieren lange tijd in werking zou moeten zien voordat je ook maar begint ze te begrijpen. Dat is niet als belediging bedoeld; wat ik zeg geldt bijna even goed voor mij en ik ben opgegroeid tussen die krachten en gebruik ze al zolang ik leef. Ik begrijp ze niet. Ik verwacht ook niet dat ik ze nog zal begrijpen voor ik dood ga; onze wetenschap beslaat zoveel terrein dat niemand het allemaal kan leren, en ik moet me tevredenstellen met het vak dat ik ken — en misschien kan ik er het weinige aan toevoegen dat één man in zijn hele leven kan vergaren.

“We kunnen jouw overeenkomst niet accepteren, Barl, omdat het ons onmogelijk zou zijn ons deel uit te voeren.”

Barlennan kon niet glimlachen zoals mensen dat deden, en hij hoedde zich er wel voor het op zijn eigen manier te doen. Hij antwoordde even ernstig als Lackland gesproken had.


“Jij kunt je aandeel wel leveren, Charles, al denk je ook van niet. Toen ik aan deze tocht begon waren alle dingen die je zojuist gezegd hebt waar. Ik was geheel en al van plan om deze raket met jullie hulp op te sporen en dan de radio’s zo te plaatsen dat je niets kon zien, en vervolgens de machines zelf te gaan demonteren en op die manier al jullie wetenschap te leren.

“Maar langzamerhand zag ik in dat alles wat je gezegd hebt waar is. Ik zag in dat je ons niet met opzet dom hield toen je ons zo snel en nauwkeurig alles leerde over de wetten en technieken die de zweefvliegers op dat eiland gebruikten, Ik zag het nog beter in toen je Dondragmer hielp met het maken van de differentiaaltakel. Ik verwachtte dat je dit daarnet naar voren zou brengen; waarom deed je dat niet? Het zijn goede voorbeelden.

“In werkelijkheid was het toen jij ons les gaf over de zweefvliegtuigen dat ik vaag begon te begrijpen wat er bedoeld werd met jullie term “wetenschap’. Nog voor het eind van die episode begreep ik dat een toestel dat zo eenvoudig was dat jullie het al lang niet meer gebruiken, eigenlijk om begrip vroeg van meer wetten van net heelal dan wie ook van ons wist dat er bestonden, Eén keer zei je woordelijk, toen je je verontschuldigde dat je geen exacte gegevens had, dat zweefvliegtuigen van dit soort meer dan tweehonderd jaar geleden door jullie werden gebruikt. Ik kan wel raden hoeveel meer jullie nu weten — ik kan net genoeg raden om te beseffen wat ik niet kan weten.

“Maar je kunt toch doen wat ik wil. Je hebt al iets gedaan door ons de differentiaalkatrol te laten maken. Ik begrijp het ding niet, en Dondragmer die er veel meer tijd aan heeft besteed evenmin; maar we zijn ervan overtuigd dat het familie is van de hefbomen die we ons hele leven al gebruiken. We willen bij bet begin beginnen en we beseffen heel goed dat we zelfs in ons hele leven niet alles kunnen leren wat jullie weten. Wel hopen we genoeg te leren om te begrijpen hoe jullie al die dingen hebben uitgevonden. Zelfs ik begrijp dat het niet alleen een kwestie van raden is, of filosoferen als de wijzen doen die ons vertellen dat Mesklin een kom is. Ik ben bereid toe te geven dat jullie op dit punt gelijk hebben; maar ik zou willen weten hoe jullie ditzelfde feit van jullie eigen wereld te weten zijn gekomen. Ik weet zeker dat jullie het wisten voor je je van de planeet kon losmaken en het allemaal kon zien. Ik wil weten waarom de Bree drijft en waarom de kano dat ook een tijd deed. Ik wil weten waardoor de kano werd samengeperst. Ik wil weten waarom de wind steeds maar door de kloof naar buiten waait — nee, je uitleg heb ik niet begrepen. Ik wil weten waarom we het het warmst hebben in de winter wanneer we de zon het langst niet kunnen zien. Ik wil weten waarom vuur gloeit en waarom het vlampoeder doodt. Ik wil dat mijn kinderen of de hunne, als ik ze ooit krijg, weten hoe deze radio werkt en je tank en op een goede dag ook de raket. Ik wil erg veel weten — zonder twijfel meer dan ik kan leren; maar als ik mijn volk eenmaal aan het studeren krijg, op de manier zoals jullie dat ook gedaan moeten hebben — nou, dan zou ik zelfs bereid zijn om voortaan zonder winst te verkopen.” Lackland noch Rosten konden enige ogenblikken lang iets uitbrengen. Toen verbrak Rosten het stilzwijgen.

“Barlennan, als je geleerd had wat je wilde weten, en je begon jouw volk te onderwijzen, zou je ze dan vertellen waar die wijsheid vandaan komt? Geloof je dat het goed voor ze zou zijn om te weten?”

“Voor sommigen, ja; zij zouden willen horen over andere werelden en over mensen die dezelfde weg naar kennis hebben bewandeld waarop zij dan de eerste schreden zetten. Anderen — ach, we hebben een hoop mensen die de rest laten werken. Als zij het wisten zouden ze geen moeite doen om zelf iets te leren; ze zouden alleen maar vragen wat zij weten wilden — zoals ik eerst ook deed; en ze zouden nooit begrijpen dat je hun iets niet vertelt omdat je het niet kunt vertellen. Ze zouden denken dat je ze probeerde te bedriegen. Ik vermoed, als ik het iemand vertel, dat dit soort er vroeg of laat achterkomt en — nou, misschien is het wel beter om ze maar te laten denken dat ik het genie ben. Of Don; van hem zouden ze het eerder geloven.”

Rostens antwoord was kort en zakelijk.

“Afgesproken.”

Загрузка...