I

“Een ogenblikje,” zei Jason in de telefoon; hij draaide zich even om en schoot een aanvallende hoornduivel neer. “Nee, ik ben niet met iets belangrijks bezig. Ik kom naar je toe en misschien kan ik wel helpen.”

Hij schakelde de telefoon uit en het beeld van de radioman verdween van het scherm. Toen hij langs de dode hoornduivel liep bewoog die met een laatste sprankje venijnig leven en de hoorn kletterde op zijn buigzame metalen laars; hij schopte het lijk van de muur af het oerwoud in. Het was donker in de wachttoren op de ommuring; de enige verlichting kwam van de flikkerende controlelampjes van het verdedigingsscherm. Meta keek even naar hem en glimlachte, toen keerde haar hele aandacht weer terug naar het alarmpaneel.

“Ik ga naar de radiotoren op de luchthaven,” vertelde Jason haar.

“Er cirkelt een ruimteschip rond dat in een onbekende taal contact probeert te maken. Misschien kan ik helpen.”

“Kom gauw terug,” zei Meta en na vlug even te hebben gekeken of al haar lampjes groen waren, draaide ze zich om in haar stoel en strekte haar armen naar hem uit. Haar armen waren om hem heen, stevig gespierd en zo sterk als die van een man, maar haar lippen waren warm en vrouwelijk. Hij gaf haar een zoen terug, maar ze trok zich even plotseling terug als ze was begonnen en richtte haar aandacht weer op het alarm- en verdedigingssysteem.

“Dat is de ellende met Pyrrus,” zei Jason. “Veel te efficiënt.” Hij boog zich voorover en beet haar zachtjes in haar nek. Ze sloeg speels naar hem zonder haar ogen van de lampjes af te wenden. Hij dook — maar niet vlug genoeg — en liep met een hand over zijn gekneusde oor naar buiten. “Mevrouw de gewichtheffer!” mompelde hij binnensmonds.

De radioman was alleen in de luchthaventoren, een tiener die nog nooit van de planeet weg was geweest en daarom alleen Pyrraans kende, terwijl Jason, na zijn loopbaan als beroepsgokker de meeste talen in het melkwegstelsel sprak of in ieder geval een beetje begreep.

“Zijn baan ligt nu buiten bereik,” zei de jongen. “Komt zo weer terug. Praat iets anders.” Hij draaide het volume hoger en boven het atmosferische gekraak uit werd langzaam een stem hoorbaar.

“…jeg kan ikke forstå…Pyrrus, kan dig hør mig…?”

“Geen moeilijkheden,” zei Jason terwijl hij de microfoon pakte. “Het is Nytdansk — wordt op de meeste planeten in het Polarisgebied gesproken.” Hij schakelde in.

Pyrrus til rumfartskib, over,” zei hij en zette de ontvanger aan. Het antwoord kwam terug in dezelfde taal.

“Vraag toestemming om te landen. Wat zijn uw coördinaten?”

“Toestemming geweigerd en sterk aanbevolen dat u een gezonder planeet zoekt.”

“Dat is onmogelijk omdat ik een bericht heb voor Jason dinAlt en ik heb gehoord dat hij hier is.”

Jason keek met nieuwe belangstelling naar de krakende luidspreker. “Uw inlichtingen zijn juist: dinAlt is hier. Wat is het bericht?”

“Kan niet over een openbare verbinding worden gegeven. Ik volg nu uw zendsignaal. Wilt u me aanwijzingen geven?”

“Beseft u dat u waarschijnlijk zelfmoord pleegt? Dit is de meest dodelijke planeet in de melkweg, en alle levensvormen, van de bacteriën tot de klauwvalken — die net zo groot zijn als het schip waarin u vliegt — zijn de mens vijandig. Er is op het ogenblik een soort wapenstilstand, maar voor een buitenwerelder als u betekent het nog steeds absoluut de dood. Kunt u mij verstaan?”

Er kwam geen antwoord. Jason haalde zijn schouders op en keek naar het radarscherm.

“Nou, het is je eigen leven. Maar zeg niet met je laatste woorden dat je niet bent gewaarschuwd. Ik zal je binnenloodsen — maar alleen als je afspreekt in je schip te blijven. Ik kom naar je toe; op die manier heb je een redelijke kans dat de ontsmetting in je luchtsluis het plaatselijke microscopische leven doodt.”

“Afgesproken,” kwam het antwoord, “aangezien ik geen zin heb om te sterven — ik wil alleen maar mijn bericht afleveren.”

Jason loodste het schip binnen en zag het uit de laaghangende wolken omlaagzakken. Het bleef even zweven en stortte toen met de achterkant naar voren met een knarsende dreun omlaag. De schokdempers vingen de grootste schok op, maar het schip had een verbogen steun en stond duidelijk scheef.

“Afschuwelijke landing,” kreunde de radioman en hij keerde weer terug naar zijn paneel, zonder enige belangstelling voor de vreemdeling. Pyrranen kennen geen terloopse nieuwsgierigheid.

Jason was precies het tegengestelde. Nieuwsgierigheid had hem naar Pyrrus gebracht, had hem in de oorlog over de hele planeet betrokken en hem bijna gedood. Nu werd hij door nieuwsgierigheid naar het schip gedreven. Hij aarzelde even toen hij bedacht dat de radioman zijn gesprek met de vreemde piloot niet had verstaan en niet kon weten dat hij van plan was het schip binnen te gaan. Als hij in moeilijkheden kwam kon hij geen hulp verwachten. “Ik kan wel voor mezelf zorgen,” zei hij lachend in zichzelf en toen hij zijn hand ophief sprong zijn ploffer uit het bekrachtigde holster dat aan de binnenkant van zijn pols zat gesnoerd en klapte in zijn hand. Zijn wijsvinger was al gekromd, en toen de op scherp staande trekker daartegenaan kwam knalde er een enkel schot dat het pijlkruid in de verte verschroeide, waarop hij had gericht.

Hij was goed en hij wist het. Hij zou nooit zo goed zijn als de inheemse Pyrranen, die op deze dodelijke planeet met zijn dubbele zwaartekracht waren geboren en getogen, maar hij was sneller en dodelijker dan enige buitenwerelder kon zijn. Hij kon alle eventuele moeilijkheden wel aan — en hij verwachtte moeilijkheden. In het verleden had hij heel wat meningsverschillen gehad met de politie en met verscheidene andere planetaire gezagsapparaten, hoewel hij er niet zo gauw een kon bedenken die de moeite zou nemen de politie door de interstellaire ruimte te sturen om hem te arresteren.

Waarom was dit schip gekomen?

Op de staart van het ruimteschip was een registratienummer geschilderd en een tamelijk bekend embleem. Waar had hij dat eerder gezien?

Zijn aandacht werd afgeleid doordat de buitendeur van de luchtsluis openging en hij stapte naar binnen. Toen die zich helemaal achter hem had gesloten, deed hij zijn ogen dicht terwijl de supersonics en het ultraviolet van de ontsmetter hun best deden de verschillende kleine levensvormen uit te roeien die in zijn kleren waren meegekomen. Eindelijk waren ze klaar en toen de binnendeur openging drukte hij zich er stijf tegenaan, klaar om er onmiddellijk door te springen zodra hij wijd genoeg open was. Als er verrassingen waren wilde hij dat ze van hem afkomstig waren. Toen hij door de deur ging besefte hij dat hij viel. Zijn ploffer sprong in zijn hand en hij had hem half gericht op de man in het ruimtepak die in de pilotenstoel zat.

“Gas…” was alles wat hij uit kon brengen en hij was bewusteloos voor hij op het metalen dek terecht kwam.


Zijn bewustzijn kwam terug samen met een kloppende hoofdpijn die Jason ineen deed krimpen als hij zich bewoog, en toen hij zijn ogen opende deed de pijn van het licht hem ze meteen weer dichtknijpen. Wat voor gif hem ook buiten westen had gekregen, het werkte snel en scheen net zo snel weer te verdwijnen. De hoofdpijn zakte tot een dof kloppen en hij kon zijn ogen open doen zonder het gevoel alsof er naalden in werden gestoken.

Hij zat in een standaard ruimtestoel die voorzien was van pols- en enkelboeien, die nu stevig dicht zaten. In de stoel naast hem zat een man ingespannen naar het regelpaneel van het schip te kijken; het schip was onderweg en al een heel eind de ruimte in. De vreemdeling was de computer aan het programmeren voor een sprong in de hyperruimte.

Jason maakte van de gelegenheid gebruik de man te bestuderen. Hij leek hem een beetje oud voor een politieagent, hoewel het bij nader inzien erg moeilijk was zijn leeftijd te schatten. Zijn haar was grijs en zo kortgeknipt dat het wel een mutsje leek, maar de plooien in zijn leerachtige huid schenen meer door verwering te zijn ontstaan dan door een hoge leeftijd. Hij was lang en kaarsrecht en leek op het eerste gezicht wat dun, tot Jason besefte dat dit effect werd veroorzaakt door de totale afwezigheid van overbodig vlees. Hij zag eruit alsof hij door de zon was gekookt en door de regen uitgeloogd tot er alleen nog botten, pezen en spieren over waren. Als hij zijn hoofd bewoog zagen de spieren onder de huid van zijn nek eruit als kabels en zijn handen aan de knoppen leken wel bruine klauwen van een of andere vogel. Een harde vinger drukte de knop in die het sprongregelapparaat inschakelde en hij keerde zich van het paneel af en keek Jason aan.

“Ik zie dat je wakker bent. Het was een licht gas. Ik gebruik het niet graag, maar het was de veiligste manier.”

Als hij praatte gingen zijn kaken open en dicht met de geen-geintjes ernst van een bankkluis. Zijn diepliggende, koude blauwe ogen staarden hem strak aan vanonder dikke donkere wenkbrauwen. Er was niet het geringste spoortje humor in zijn gezicht of in zijn woorden.

“Niet zo erg vriendelijk,” zei Jason terwijl hij stiekem de boeien onderzocht. Ze zaten op slot en waren erg strak. “Als ik er enig idee van had gehad dat je belangrijke persoonlijke bericht een dosis slaapgas zou zijn, zou ik wel twee keer hebben nagedacht voor ik je binnenloodste.”

“De bedrieger bedrogen,” beet de scherpe schildpadbek hem toe. “Als er een andere manier was geweest om je te vangen, zou ik die hebben gebruikt. Maar jouw naam als een meedogenloze moordenaar in overweging genomen en het feit dat je ongetwijfeld vrienden op Pyrrus hebt, greep ik je op de enige mogelijke manier.”

“Erg edel van je, vind ik.” Jason werd kwaad om de niet veel belovende zelfrechtvaardiging van de ander. “Het doel heiligt de middelen enzovoort — niet precies een origineel argument. Maar ik liep erin met open ogen en ik klaag niet.”

Niet veel, dacht hij bitter. Hij kon dit brok beter niet boos maken anders zou hij al gauw op zichzelf boos kunnen worden omdat hij zo stom was geweest. “Maar als ik niet teveel vraag, zou je me misschien willen vertellen wie je bent en waarom je al die moeite hebt gedaan mijn ondervoede lichaam in handen te krijgen?”

“Ik ben Mikah Samon. Ik breng je terug naar Cassylia om terecht te staan.”

“Cassylia — ik dacht al dat ik de registratie op dit schip herkende. Ik denk dat het me niet al te zeer moet verbazen dat ze nog steeds belang in me stellen. Maar je zou toch moeten weten dat er erg weinig over is van de drie miljard zeventienmiljoen kredits die ik in jullie speelbank won.”

“Cassylia wil het geld niet terug,” zei Mikah terwijl hij de instrumenten vastzette en zijn stoel ronddraaide. “Ze willen jou ook niet terug, want je bent nu de held van de planeet. Toen je ontsnapte met je slechtverdiende winst beseften ze dat ze het geld nooit meer terug zouden zien. Dus zetten ze hun propagandamolens aan het werk en ben je nu in alle aangrenzende sterrestelsels bekend als ’Jason Drie Miljard’, het levende bewijs van de eerlijkheid van hun oneerlijke spelen, en lokaas voor alle zwakken van geest. Jij verleidt ze tot gokken om geld in plaats van er eerlijk voor te werken.”

“Vergeef me dat ik vandaag zo traag ben,” zei Jason en hij schudde zijn hoofd snel heen en weer om zijn hersenen wat beter te laten werken. “Ik vind het een beetje moeilijk je te volgen. Wat voor een politieman ben je eigenlijk, dat je me een jaar nadat de aanklacht is ingetrokken nog arresteert om terecht te staan?”

“Ik ben geen politieman,” zei Mikah streng. Zijn lange vingers lagen stijf ineengestrengeld voor hem, zijn ogen waren wijd open en keken Jason doordringend aan. “Ik geloof in de Waarheid — dat is alles. De corrupte politici die Cassylia beheren hebben je op een erevoetstuk geplaatst. Door jou te eren, een andere en — zo mogelijk — nog meer corrupte man, en achter jouw voorbeeld zijn zij rijk geworden. Maar ik zal de Waarheid gebruiken om dat beeld te vernietigen en als ik het beeld vernietig zal ik het kwaad vernietigen waaruit het voortkwam.”

“Dat is een hele opgaaf voor één man,” zei Jason rustig — rustiger dan hij zich in werkelijkheid voelde. “Heb je een sigaret?”

“Natuurlijk is op dit schip geen tabak en geen drank. En ik ben meer dan één man — ik heb volgelingen. De Partij van de Waarheid is al een macht waarmee men rekening moet houden. We hebben heel wat tijd en inspanning besteed om je op te sporen, maar het was de moeite waard. We hebben je schandelijke spoor in het verleden gevolgd, naar Mahauts Planeet, naar het Spiraalnevel Casino op Galipto, langs een reeks smerige misdaden die de maag van een eerlijk man doet draaien. We hebben arrestatiebevelen van al die plaatsen en in sommige gevallen zelfs de uitspraken van rechtszittingen en je doodvonnis.”

“Ik neem aan dat het je rechtsgevoel niet kwetst dat die zittingen allemaal werden gehouden terwijl ik er niet bij was?” vroeg Jason. “Of dat ik alleen casino’s en gokkers heb uitgeschud — die hun brood verdienen met het uitschudden van domme mensen?”

Mikah Samon veegde die overweging opzij met een zwaai van zijn hand. “Je bent schuldig bevonden aan een aantal misdaden. Daar kan je gekronkel niets aan veranderen. Je zou dankbaar moeten zijn dat jouw walgelijke loopbaan aan het eind nog voor een goed doel wordt gebruikt. Het zal de hefboom zijn waarmee we de corrupte regering van Cassylia omver zullen werpen.”

“Ik zal toch iets moeten laten doen aan die nieuwsgierigheid van me,” zei Jason. “Kijk nou eens naar me’ — Hij ratelde met zijn polsen in de boeien en de servomotoren gierden een beetje toen de voelereenheid in werking trad en de boeien strakker aanhaalde, waardoor hij zich nog minder kon bewegen. “Een tijdje geleden genoot ik nog van mijn gezondheid en mijn vrijheid toen ze me riepen om via de radio met jou te praten. Dan loods ik je binnen, in plaats van je een heuvel te laten omploegen, en kan ik de neiging niet weerstaan om mijn stomme kop in die mooie val van je te steken. Ik zal moeten leren die neigingen te onderdrukken.”

“Als dat een bede om genade moet voorstellen, is het om misselijk van te worden,” zei Mikah. “Ik heb nooit een gunst aangenomen en ik ben niets verplicht aan mensen van jouw soort. En dat zal eeuwig zo blijven.”

Eeuwig is, net als nooit, erg lang,” zei Jason doodkalm. “Ik wilde dat ik jouw gemoedsrust had over de absolute orde der dingen.”

“Je laatste woorden wijzen erop dat er misschien nog hoop voor je is. Misschien herken je de Waarheid nog voor je sterft. Ik zal je helpen, met je praten en het je uitleggen.”

“Dan maar liever meteen dood,” zei Jason gesmoord.

Загрузка...