‘Hij ligt in ’t ziekenhuis,’ zei Aoudad. ‘Ze zijn begonnen hem te bestuderen.’ Hij plukte aan de kleren van de vrouw. ‘Doe ze uit, Elise.’
Elise Prolisse schoof de zoekende hand weg. ‘Zal Chalk hem echt weer in een menselijk lichaam brengen?’
‘Ik twijfel er niet aan.’
‘Als Marco dus levend was teruggekomen zou hij misschien ook een ander lichaam hebben gekregen.’
Aoudad was vaag. ‘Je zegt te vaak als. Marco is dood. Doe je jurk open, schat.’
‘Wacht. Mag ik Burris opzoeken in ’t ziekenhuis?’
‘Ik denk ’t wel. Wat wil je van hem?’
‘Alleen maar praten. Hij was de laatste die mijn man levend heeft gezien, vergeet dat niet. Hij kan me vertellen hoe Marco stierf.’
‘Dat wil je niet echt weten,’ zei Aoudad zacht. ‘Marco stierf toen ze van hem net zo’n creatuur wilden maken als Burris nu is. Als je Burris zag zou je beseffen dat ’t beter is voor Marco dat hij dood is.’
‘Hoe dan ook —’
‘Nee.’
‘Ik heb gevraagd of ik hem mocht zien,’ zei Elise dromerig, ‘zodra hij terug was. Ik wilde met hem over Marco praten. En die ander, Malcondotto — die laat ook een vrouw achter. Maar ze wilden ons niet bij hem toelaten. En daarna verdween Burris. Jij zou me naar hem toe kunnen brengen!’
‘Het is voor je eigen bestwil dat je bij hem vandaan blijft,’ zei Aoudad tegen haar. Zijn handen kropen omhoog langs haar lichaam, verwijlend bij de magnetische sluitingen en deze depolariserend. Haar kleding sprong open. De zware borsten kwamen tevoorschijn, dodelijk bleek, met aan het uiteinde cirkels van dieprood. Hij voelde een steek van verlangen in zich. Ze pakte zijn handen toen hij ze ernaar uitstrekte.
‘Je helpt me Burris zien?’ vroeg ze.
‘Ik —’
‘Je helpt me Burris zien.’ Geen vraag ditmaal.
‘Ja. Ja.’
De handen die de zijne blokkeerden gingen weg. Bevend trok Aoudad haar kleren af. Het was een mooie vrouw, voorbij haar eerste jeugd, vol, maar toch nog mooi. Die Italiaansen! Blanke huid, zwart haar. Sensualissima! Laat haar Burris maar opzoeken als ze dat wil. Zou Chalk er tegen zijn? Chalk had al ’t soort koppel aangewezen dat hij verwachtte. Burris en het meisje Kelvin. Maar misschien eerst Burris met de weduwe van Prolisse? Aoudad’s hoofd liep om.
Elise keek in aanbidding naar hem op toen zijn tanig, stevig lichaam zich over haar heen boog.
Haar laatste kledingstuk gaf zich over. Hij keek op landschappen van blankheid, eilanden van zwart en rood.
‘Morgen maak je ’t in orde,’ zei ze.
‘Ja. Morgen.’
Hij viel neer op haar naaktheid. Om het vlezige deel van haar linkerdij droeg ze een zwartfluwelen band. Een rouwband voor Marco Prolisse, onbegrijpelijk ter dood gebracht door onbegrijpelijke wezens op een onbegrijpelijke wereld. Pover’uomo! Haar vlees stond in gloed. Ze was laaiend. Een tropische vallei noodde hem. Aoudad ging binnen. Bijna tegelijkertijd klonk een gesmoorde kreet van extase.