4. Pendellichting

‘Met Ender moeten we een moeizaam evenwicht vinden. Hij moet voldoende apart gezet worden om creatief te blijven — anders past hij zich gewoon aan het systeem hier aan en dan zijn we hem kwijt. Maar tegelijk moeten we ervoor zorgen dat hij zijn sterke leidinggevende aanleg behoudt.’

‘Als hij een bevordering verdient, krijgt hij vanzelf een leidinggevende positie.’

‘Zo eenvoudig is het niet. Mazer Rackham kon zijn kleine vloot hanteren en daardoor winnen. Tegen de tijd dat de volgende oorlog plaatsvindt, is het allemaal veel te veel, zelfs voor een genie. Veel te veel scheepjes. Hij moet soepel kunnen samenwerken met zijn ondergeschikten.’

‘O, mooi. Hij moet een genie zijn en nog aardig op de koop toe.’

‘Niet aardig. Als hij aardig is, krijgen de kruiperds ons te pakken.’

‘Je gaat hem dus in een uitzonderingspositie manoeuvreren.’

‘Tegen de tijd dat we bij de school aankomen heb ik hem volledig geïsoleerd van de rest van de jongens.’

‘Daar twijfel ik niet aan. Ik zie vol verwachting uit naar je komst. Ik heb de opnamen gezien van wat hij met die jongen van Stilson uithaalde. Je neemt nu niet bepaald een beminnelijk ventje mee hierheen.’

‘Daar vergis je je in. Hij is nog veel beminnelijker. Maar maak je daar maar geen zorgen om. Dat hebben we er in een wip uit.’

‘Soms denk ik wel eens dat je het leuk vindt om die kleine genietjes af te knijpen.’

‘Het is uiteindelijk een hele kunst, en ik ben er erg goed in. Maar leuk vinden? Nou, misschien wel. Als ze naderhand de stukken weer op hun plaats weten te krijgen en ze er beter van worden, wel.’

‘Wat een monster.’

‘Bedankt. Betekent dat dat ik opslag krijg?’

‘Alleen een medaille. Het budget is niet onuitputtelijk.’


* * *

Ze zeggen dat gewichtloosheid desoriëntatie kan veroorzaken, vooral bij kinderen omdat hun richtingsgevoel nog niet echt zeker is. Maar Ender was al gedesoriënteerd voor hij de zwaartekracht van de Aarde niet meer voelde. Zelfs al voor de lancering van de pendel begon.

Er werden nog negentien andere jongens tegelijk met hem gelanceerd. Ze stapten achter elkaar de bus uit en de lift in. Ze praatten en vertelden moppen en liepen op te scheppen en te lachen. Ender liep er zwijgend tussen. Hij zag dat Graff en de andere officieren hen in de gaten hielden. Onderzoekend. Alles wat we doen betekent iets, besefte Ender. Dat zij lachen. Dat ik niet lach.

Hij speelde met de gedachte om te proberen net zo te doen als de andere jongens. Maar er schoot hem geen enkele mop te binnen en die van hen leken helemaal niet leuk. Waar zij hun lach ook vandaan haalden, Ender kon in zijn binnenste nergens zo’n plek vinden. Hij was bang en angst maakte hem ernstig.

Ze hadden hem een uniform laten aantrekken, een eendelig pak; het was een gek gevoel om geen riem om je middel te hebben. Hij voelde zich hobbezakkig en naakt in die kleren. Er draaiden TV-camera’s die als dieren op de schouders van kruipende, sluipende mannen zaten. De mannen bewogen zich traag en katachtig om de bewegingen van de camera vloeiend te maken. Ender merkte ineens dat hij zelf ook vloeiende bewegingen maakte.

Hij stelde zich voor dat hij op TV geïnterviewd werd. De presentator zou vragen: Hoe voelt u zich, meneer Wiggin? Nou, eigenlijk heel goed, alleen heb ik honger. Honger? O ja, vanaf twintig uur voor de lancering mag je niets meer eten. Wat interessant, dat wist ik eigenlijk niet. We hebben eigenlijk allemaal flink veel honger. En ondertussen zouden Ender en de TV-man voortdurend vloeiend voor de cameraman heen en weer benen, met lange, soepele passen. Nu pas voelde Ender een opwelling om te lachen. Hij grijnsde. De andere jongens om hem heen lachten op dit moment ook net, maar om een andere reden. Ze denken dat ik om hun grap lach, dacht Ender. Maar ik lach om iets dat veel leuker is.

‘Een voor een de ladder op,’zei een officier. ‘Als je bij een lege zitplaats komt ga je zitten. Er zijn geen plaatsjes bij het raam.’

Het was een geintje. De andere jongens lachten.

Ender was bijna de laatste, maar niet de allerlaatste. De TV-camera’s bleven stug doordraaien. Zal Valentine me in de pendel zien verdwijnen? Hij overwoog even om naar haar te zwaaien, of naar de cameraman toe te hollen om te vragen: ‘Mag ik even de groeten doen aan Valentine?’Hij wist niet dat het uit de opname geknipt zou worden als hij dat zou doen, want de jongens die uitzwermden naar de Krijgsschool hoorden allemaal helden te zijn. Ze hoorden helemaal niemand te missen. Ender wist niets van die censuur, maar hij wist wel dat het verkeerd zou zijn om naar de cameraman toe te hollen.

Hij liep over de korte brug naar de deur van de pendel. Hij zag dat de wand aan zijn rechterhand bekleed was met vloerbedekking. Op dat moment raakte hij zijn oriëntatie kwijt. Zodra hij die wand als een vloer zag, begon hij het gevoel te krijgen dat hij over een wand liep. Hij kwam bij de ladder en zag dat het verticale oppervlak achter de ladder ook met vloerbedekking was bekleed. Ik klim tegen de vloer omhoog. Hand over hand, tree voor tree.

En daarna beeldde hij zich voor de lol in dat hij langs de wand naar beneden klom. Het lukte hem bijna onmiddellijk om zijn lijf voor de gek te houden, ondanks alle onweerlegbare blijken van zwaartekracht. Hij merkte dat hij zich stijf aan zijn stoel vastklemde, ook al drukte de zwaartekracht hem stevig tegen de zitting.

De andere jongens zaten een beetje op hun stoelen te wippen, te duwen, te stompen en te schreeuwen. Ender zocht zorgvuldig naar de riemen en puzzelde uit hoe ze in elkaar geklikt moesten worden om hem over kruis, middel en schouders vast te snoeren. Hij stelde zich voor dat het schip ondersteboven aan de onderkant van de Aarde bengelde waar het door de reuzenvingers van de zwaartekracht stevig op zijn plaats werd gehouden. Maar we zullen wegglijden, dacht hij. We gaan van deze planeet afvallen.

Op dat moment wist hij niet hoe belangrijk dat was. Maar later zou hij zich herinneren dat hij nog voor hij de Aarde echt verliet de planeet al als een planeet begon te zien, net als alle andere planeten en niet eens per se als zijn eigen planeet.

‘O, je hebt het al uitgepuzzeld,’zei Graff. Hij stond op de ladder.

‘Gaat u met ons mee?’vroeg Ender.

‘Meestal kom ik helemaal niet naar beneden voor de rekrutering,’zei Graff. ‘Ik ben daar boven zo’n beetje de baas. Beheerder van de school. Zoiets als een directeur. Ze zeiden dat ik mijn baan zou kwijtraken als ik niet terugkwam.’Hij lachte.

Ender lachte terug. Hij voelde zich bij Graff wel op zijn gemak. Graff was een prima kerel. En hij was het hoofd van de Krijgsschool. Ender ontspande zich een beetje. Hij zou daar een vriend hebben.

De riemen van de jongens die niet net als Ender hadden gedaan, werden dichtgegespt. En daarna moesten ze een uur wachten terwijl een TV-scherm voor in de pendel hen vertrouwd maakte met het vliegen in een pendel, de geschiedenis van de ruimtevaart en hun mogelijke toekomst op de grote sterschepen van de I.V. Ontzettend saai allemaal. Ender had zulke films wel vaker gezien.

Maar nog niet eerder terwijl hij zat vastgesnoerd aan een stoel in een ruimtependel. Ondersteboven hangend aan de buik van de Aarde.

De lancering zelf was niet zo erg. Een beetje eng. Het schokte een beetje en hij raakte heel even in paniek bij de gedachte dat dit wel eens de allereerste mislukte pendellancering uit de geschiedenis zou kunnen zijn. Uit de films was helemaal niet duidelijk geworden hoeveel geweld je kon verwachten terwijl je op je rug in die zachte stoel lag.

Toen was het achter de rug en hing hij echt in zijn riemen omdat er nergens zwaartekracht meer te bespeuren was.

Maar omdat hij zich al opnieuw had georiënteerd was hij helemaal niet verbaasd om Graff achterwaarts tegen de ladder omhoog te zien komen, alsof hij omlaag klom naar de neus van de pendel. En dus vond hij het ook niet raar toen Graff zijn voeten onder een sport haakte en zich met zijn handen afzette zodat hij ineens met een zwaai overeind stond, alsof dit een doodgewoon vliegtuig was.

Voor sommige jongens was het heroriënteren te veel. Eén jongen begon te kokhalzen; toen begreep Ender ook waarom ze vanaf twintig uur voor de lancering niets meer hadden mogen eten. Braaksel in nul g zou helemaal niet leuk zijn.

Maar Ender vond Graffs zwaartekrachtspelletje wel leuk. En hij bouwde het verder uit en stelde zich voor dat Graff ondersteboven aan het middenpad hing en dat hij recht opzij uit een wand naar voren stak. De zwaartekracht kon alle kanten op. Waarheen ik maar wil. Ik kan Graff op zijn hoofd laten staan zonder dat hij er iets van merkt.

‘Wat vind jij zo leuk, Wiggin?’

Graffs stem klonk scherp en boos. Wat heb ik verkeerd gedaan, dacht Ender. Zat ik soms hardop te lachen?

‘Ik vroeg je iets, soldaat!’blafte Graff.

O ja. Dit is het begin van het opleidingsprogramma. Ender had wel eens een militaire serie gevolgd op de TV en daarin schreeuwden ze in het begin van de opleiding altijd heel erg voor de soldaat en de officier goede vrienden werden.

‘Jawel kolonel,’zei Ender.

‘Nou, geef dan antwoord!’

‘Ik stelde me voor dat u ondersteboven aan uw voeten hing en dat vond ik grappig.’

Het klonk anders behoorlijk stom, nu Graff hem met een kille blik stond aan te kijken. ‘Ja, dat zal jij wel grappig vinden. Vindt iemand anders het soms ook grappig?’

Gemompelde ontkenningen.

‘En waarom niet?’Graff keek hen minachtend aan. ‘Zaagselkop-pen, dat hebben we op deze vlucht. Debieltjes met de hersens van een garnaal. Er was er maar één van jullie die verstand genoeg had om te beseffen dat je bij nul G zelf bepaalt wat boven en onder is. Begrijp je dat, Shafts?’

De jongen knikte.

‘Nee, dat begreep je niet. Natuurlijk begreep je het niet. Niet alleen stom, maar nog een leugenaar ook. Er zit in deze pendel maar één jongen met nog een beetje hersens en dat is Ender Wiggin. Kijk maar eens goed naar hem, jongetjes. Hij is straks al bevelhebber als jullie daarboven nog in je luier rondlopen. Omdat hij weet hoe je in nul g moet denken, en jullie alleen maar willen overgeven.’

Zo hoorde deze serie helemaal niet te verlopen. Graff hoorde de pik op hem te hebben, niet hem te prijzen als de beste. Ze hoorden in het begin tegenover elkaar te staan om later dikke vrienden te kunnen worden.

‘De meesten van jullie gaan zakken als een baksteen. Wen daar maar vast aan, jongetjes. De meesten van jullie belanden uiteindelijk op de landmachtopleiding omdat jullie niet genoeg hersens hebben om in de diepe ruimte een schip te besturen. Bij de meesten van jullie is het weggegooid geld om jullie helemaal naar de Krijgsschool te brengen, omdat jullie toch te stom zijn. Misschien dat sommigen het zouden kunnen redden. Sommigen van jullie zijn misschien wat waard voor de mensheid. Maar reken er maar niet op. Er is er maar één waarop ik reken.’

Plotseling maakte Graff een salto achterover, greep de ladder met twee handen beet en zwaaide vervolgens zijn benen bij de ladder vandaan. Als de vloer onder was stond hij op zijn handen. Maar als de vloer boven was bungelde hij aan zijn handen. Hand over hand zwaaide hij door het gangpad terug naar zijn stoel.

‘Lijkt erop dat jij het hier voor mekaar hebt,’fluisterde de jongen die naast hem zat.

Ender schudde zijn hoofd.

‘O, zeker te goed om tegen me te praten?’zei de jongen.

‘Ik heb niet gevraagd of hij al die dingen wilde zeggen, hoor,’fluisterde Ender.

Hij voelde een scherpe pijn boven op zijn hoofd. En nog een keer. Achter zijn rug werd gegiecheld. De jongen op de stoel achter hem had zeker zijn riemen losgemaakt. Weer een klap op zijn hoofd. Ga weg, dacht Ender. Ik heb je niks gedaan.

Weer een klap op zijn hoofd. Gelach van de jongens. Zag Graff dit niet? Waarom maakte hij er geen eind aan? Weer een klap. Harder. Die deed echt zeer. Waar was Graff?

Toen werd het hem ineens duidelijk. Graff had dit met opzet veroorzaakt. Het was erger dan het gescheld in de TV-series. Als de sergeant tegen je tekeer ging vonden de anderen je aardiger. Maar als de officier je graag mag, krijgen de anderen een hekel aan je.

‘Hé, drollebak,’werd er achter hem gefluisterd. Weer kreeg hij een klap op zijn hoofd. ‘Vind je dit leuk? Hé, superbrein, geinig hè?’Weer een klap, dit keer zo hard dat Ender een kreetje van de pijn slaakte.

Als Graff hem dit flikte, dan was hij voor hulp uitsluitend op zichzelf aangewezen. Hij wachtte tot hij de volgende klap verwachtte. Nu, dacht hij. En ja, daar kwam de klap. Hij deed zeer, maar Ender probeerde de volgende al te voelen aankomen. Nu. En ja, precies op tijd. Nou heb ik je, dacht Ender.

Op het moment dat de volgende klap eraan kwam, stak Ender allebei zijn handen omhoog, greep de jongen bij zijn pols en trok vervolgens met een harde ruk de arm omlaag.

In normale zwaartekracht zou de jongen met een klap tegen de rugleuning van Enders stoel zijn geklapt, wat hem een pijnlijke borst opgeleverd zou hebben. Maar bij nul g kantelde hij finaal over de rugleuning heen en vloog in de richting van het plafond. Daar had Ender niet op gerekend. Hij had niet beseft dat zelfs de kracht van een kind in nul g behoorlijk toeneemt. De jongen zeilde door de lucht, botste tegen het plafond, tegen een andere jongen in zijn stoel en vloog vervolgens met maaiende armen door het gangpad tot hij schreeuwend tegen het schot voor in het passagiersruim bonkte, met zijn linkerarm in een rare hoek onder zijn lijf.

Het duurde maar een paar seconden. Graff was al ter plaatse en griste de jongen uit de lucht. Handig duwde hij hem door het gangpad voor zich uit naar de andere man. ‘Linkerarm gebroken denk ik,’zei hij. Een paar seconden later had de jongen een injectie gekregen en lag hij stil in de lucht terwijl de officier een om zijn arm geschoven ballonspalk op druk bracht.

Ender was misselijk. Hij had alleen de arm van de jongen maar willen grijpen. Nee. Nee, hij had hem flink pijn willen doen en hij had uit alle macht getrokken. Hij had het niet zo in het openbaar willen doen, maar de jongen voelde precies de pijn die Ender hem had toegewenst. Nul g had hem verraden, dat was alles. Ik ben Peter. Ik ben net als hij. En Ender haatte zichzelf.

Graff bleef voor in het passagiersruim staan. ‘Zijn jullie soms traag van begrip? Kunnen jullie zwakzinnige hersentjes niet eens één ding onthouden? Jullie werden hierheen gebracht om soldaten te worden. Op jullie oude school, in je oude gezin, waren jullie misschien wel hele pieten, of misschien stoere binken of erg bijdehand. Maar wij kozen de besten van de besten en dat is het enige soort kinderen waar je van nu af aan mee te maken hebt. En als ik jullie vertel dat Ender Wiggin de beste van deze vlucht is, dan moeten jullie dat in je oren knopen met je garnalenhersens. Val hem niet lastig. Er zijn wel eens eerder jongetjes doodgegaan op de Krijgsschool. Is dat duidelijk?’

De rest van de vlucht bleef het doodstil. De jongen die naast Ender zat lette overdreven goed op dat hij hem niet per ongeluk aanraakte.

Ik ben geen moordenaar, hield Ender zichzelf telkens weer voor. Ik ben geen Peter. Wat hij ook zegt, ik zou dat nooit doen. Ik ben niet zo. Het was zelfverdediging. Ik verdroeg het een hele tijd. Ik ben niet wat hij zei.

Een stem uit de luidspreker deelde hun mee dat ze de school naderden; vaart minderen en aanleggen duurde twintig minuten. Ender was een beetje trager dan de anderen. Ze wilden hem maar wat graag als laatste uit de pendel laten stappen en klommen een voor een omhoog in de richting die omlaag was geweest toen ze aan boord kwamen. Graff stond te wachten aan het eind van de nauwe slurf die van de pendel naar het hart van de Krijgsschool liep.

‘Was het een goede vlucht, Ender?’vroeg Graff opgewekt.

‘Ik dacht dat u mijn vriend was.’Ongewild trilde Enders stem een beetje.

Graff keek verbaasd. ‘Hoe kom je daar in hemelsnaam bij, Ender?’

‘Omdat u —’Omdat u aardig tegen me was en eerlijk. ‘Omdat u niet loog.’

‘Ik ben nu ook niet van plan om te liegen,’zei Graff. ‘Het is mijn taak niet om iemands vriend te zijn. Mijn taak is om de beste soldaten van de wereld af te leveren. Uit de hele wereldgeschiedenis. We hebben een Napoleon nodig. Een Alexander. Behalve dan dat Napoleon uiteindelijk toch verloor en Alexander opbrandde en jong stierf. Wij hebben een Julius Caesar nodig, behalve dan dat hij zichzelf tot dictator bombardeerde en dat met de dood moest bekopen. Het is mijn taak om zo’n schepsel af te leveren, plus alle mannen en vrouwen die hij nodig zal hebben om hem te helpen. En daarin komt nergens voor dat ik bevriend moet raken met kinderen.’

‘U heeft ervoor gezorgd dat ze een hekel aan me hebben.’

‘Nou en? Wat denk je daaraan te gaan doen? In een hoekje gaan zitten kniezen? Hun kontjes likken zodat ze je weer aardig gaan vinden? Er is maar één ding waarmee je kunt zorgen dat ze geen hekel meer aan je hebben. En dat is alles zo goed doen dat ze niet meer om je heen kunnen. Ik heb hun verteld dat jij de beste was. Nou moet jij dat verdomme maar waarmaken.’

‘En als ik dat niet kan?’

‘Dat is dan jammer. Hoor eens, Ender, ik vind het akelig voor je als je eenzaam en bang bent. Maar de kruiperds liggen op de loer. Met tien miljard, met honderd miljard, misschien wel met een biljoen, weten wij veel. En met wie weet hoeveel schepen. Met wapens die we niet kunnen begrijpen. En met de bereidheid om die wapens te gebruiken om ons uit te roeien. De wereld staat niet op het spel, Ender. Alleen wij. Alleen de mensheid. Voor de rest van de aarde maakt het niet uit of wij uitgeroeid worden; die zou zich aanpassen en met de volgende stap van de evolutie verder gaan. Maar de mensheid wil niet sterven. Als soort hebben wij ons ontwikkeld om te overleven. En wij doen dat door te zwoegen en te zwoegen en dan eindelijk één keer in de paar generaties een geniaal individu voort te brengen. De persoon die het wiel uiTVindt. En de gloeilamp. En het vliegtuig. De persoon die een stad bouwt, een natie, een rijk. Begrijp je dit een beetje?’

Ender dacht van wel, maar hij wist het niet zeker en dus zei hij niets.

‘Nee. Natuurlijk niet. Dan zal ik het in klare taal zeggen. Menselijke individuen zijn vrij, behalve wanneer de mensheid hen nodig heeft. Misschien heeft de mensheid jou nodig. Om iets te doen. Ik denk dat de mensheid mij nodig heeft — om uit te zoeken wat jij allemaal kunt. Misschien doen we allebei wel verachtelijke dingen, Ender, maar als de mensheid blijft voortbestaan, dan waren we goede werktuigen.’

‘Is dat alles? Gewoon maar werktuigen?’

‘Individuele mensen zijn allemaal werktuigen die door de anderen gebruikt worden om ons met zijn allen te helpen overleven.’

‘Dat is een leugen.’

‘Nee. Het is wel maar een halve waarheid. Over de andere helft mag je je druk maken als we deze oorlog gewonnen hebben.’

‘Die is al afgelopen voor ik volwassen ben,’zei Ender.

‘Ik hoop dat je dat mis hebt,’zei Graff. ‘En trouwens, je maakt jezelf nu niet bepaald populair door met mij te praten. De andere jongens staan elkaar nu vast te vertellen dat die slijmerd van een Ender Wiggin expres heeft getreuzeld om te kunnen strooplikken bij Graff. Als het praatje eenmaal gaat dat je een lerarenlievelingetje bent, dan lig je er voorgoed uit.’

Met andere woorden, ga weg en laat me met rust. ‘Goeiedag,’zei Ender. Hij trok zich hand over hand door de slurf waarin de andere jongens waren verdwenen.

Graff keek hem na.

Een van de leraren in zijn nabijheid zei: ‘Is dat hem?’

‘Joost mag het weten,’zei Graff. ‘Als het Ender niet is, dan kan hij maar beter gauw opduiken.’

‘Misschien bestaat hij wel niet,’zei de leraar.

‘Misschien niet. Maar als dat zo is, Anderson, dan ben ik van mening dat god een kruiperd is. En die uitspraak mag je citeren.’

‘Dat zal ik zeker doen.’

Ze stonden nog een tijdje zwijgend naast elkaar.

‘Anderson.’

‘Mmm.’

‘Die knaap heeft het mis. Ik ben zijn vriend.’

‘Dat weet ik.’

‘Er zit geen kwaad bij. Hij is door en door goed, tot op de bodem van zijn hart.’

‘Ik heb de verslagen gelezen.’

‘Anderson, denk eens aan wat we hem allemaal gaan aandoen.’

Anderson zei uitdagend: ‘We gaan van hem de beste militaire bevelhebber van de hele geschiedenis maken.’

‘En dan leggen we het lot van de wereld op zijn schouders. Voor zijn eigen bestwil hoop ik maar dat hij het niet is. Echt waar.’

‘Kop op. De kruiperds kunnen ons wel allemaal uitmoorden voor hij zijn opleiding afrondt.’

Graff grijnsde. ‘Je hebt gelijk. Ik voel me al een heel stuk beter.’

Загрузка...