‘Opdat niet alles vergeten worde en verloren ga voor hen die na ons komen, heb ik, die zoveel kwaad heb gezien dat de gehele wereld wel in de greep van de Boze lijkt te zijn geraakt, wachtend op mijn dood tussen de doden, alle dingen opgeschreven waarvan ik getuige ben geweest.
En voor het geval dit geschrift tezamen met de schrijver en de arbeid met de arbeider verloren gaat, heb ik perkament achtergelaten ten behoeve van de gelukkige van Adams zaad die deze pestilentie mocht overleven, om het werk voort te zetten dat door mij is begonnen…’